- 17 -
1002
C. Conclusies
Voor de beoordeling van het functioneren van de S.W.B. zijn twee zaken van
hoofdbelang.
Vraag één is of men er in slaagt om de vrijgekomen woningen tijdig (zonder
leegstand) te voorzien van nieuwe bewoners.
Vraag twee is of dit plaats vindt conform de vastgestelde woonruimtever
delingscriteria en zo nee waarom niet.
Op vraag één kan volmondig ja worden geantwoord; gezien de steeds kritischer
geworden vraag van woningzoekenden geen geringe prestatie.
Voor de beantwoording van vraag twee kan niet worden volstaan met een
dergelijk eenduidig antwoord, en moet het proces dat uiteindelijk leidt tot
het toewijzen van een woning, worden onderverdeeld in de vier stappen die
daar deel van uit maken te weten:
1. het, al dan niet op grond van de verdelingscriteria, selecteren van
woningzoekenden voor vrijgekomen woningen;
2. het, al dan niet, voordragen van de geselecteerde woningzoekenden door
de voordrachtencommissie;
3. het, al dan niet, accepteren van de voorgedragen woningzoekenden door
de woningeigenaar;
4. het, al dan niet, accepteren van de aangeboden woning door de woning
zoekende
De invloed van deze respectievelijke stappen op het uiteindelijke toe
wijzingsresultaat kan voor wat betreft het vierde kwartaal van 1983 schema
tisch als volgt worden weergegeven:
vrij gekomen
woningen
geselecteerde woningzoekenden
1. 2.
±702
632,
strikt
volgens
normen
632-
272
S.W.B.
selectie
voor
drachten-
commissie
woning
eigenaar
woning
zoekende
Duidelijk komt hierbij naar voren dat van de selectie van woningzoekenden
strikt volgens de normen, uiteindelijk maar 27% ook daadwerkelijk de woning
toegewezen krijgt. Debet hieraan zijn met name het selecteren van woning
zoekenden door de S.W.B. 30% niet volgens de normen), en het weigeren
van aangeboden woningen door woningzoekenden (per toegewezen woning zijn
2,3 aanbiedingen gedaan). De voordrachtencommissie oefent, met circa 10%
niet-voordrachten, slechts beperkte invloed uit op het uiteindelijke
toewijzingsresultaat, terwijl de woningeigenaar alleen haar vertegenwoor
diging in de voordrachtencommissie blijkt te gebruiken om het toewijzings
resultaat te beïnvloeden.
