BIJLAGE l.B.
Concept-informatievraag ten behoeve van evaluatie functioneren Stichting
Woonruimteverdeling Breda (S.W.B.)
Inleiding
Bij de eerste evaluatie van de S.W.B. in de gemeenteraad van 22 september
1983 is besloten een evaluatie jaarlijks plaats te laten vinden. Tevens is
door de wethouder wonen bij deze evaluatie aan de raad toegezegd dat de raad
betrokken zal worden bij het opstellen van de punten aan de hand waarvan de
volgende evaluatie plaats zal vinden. Deze notitie is daartoe een aanzet.
Het tijdstip waarop dit concept u bereikt houdt verband met de verschillende
termijnen waarmee rekening gehouden moet worden alvorens tot besluitvorming
gekomen kan worden (aanpassing concept-vragenlijst naar aanleiding van
bespreking in de commissie wonen, beantwoording vragenlijst door S.W.B.,
verwerken reactie S.W.B. in preadvies en concept-raadsbesluit, eventuele
aanpassing concept-raadsbesluit naar aanleiding van bespreking in commissie
wonen). Om derhalve in de gemeenteraad van september 1984 besluitvorming
mogelijk te maken, nu reeds deze concept-informatievraag.
Een evaluatie dient in zijn algemeenheid plaats te vinden aan de hand van
informatie over het functioneren van een bepaalde instelling of organisatie.
Van belang daarbij is welke informatie men gebruikt om het evaluatieve
oordeel op te baseren of in dit geval, welke vragen om informatie aan het
S.W.B. gesteld worden. Deze discussie kan in feite gevoerd worden los van
de concrete vormgeving die het verdelen van woningen in de sociale sector
in Breda heeft aangenomen.
Aan de orde is immers de vraag, over welke gegevens moet men beschikken om
een woonruimteverdelingssysteem te kunnen beoordelen. Op grond van deze
ingang worden in paragraaf 1 "Algemeen beoordelingskader" een viertal hoofd
vragen geformuleerd, te weten:
1. Wat is de vraag naar woning en ofwel, wie staan ingeschreven als
woningzoekenden
2. Wat is het aanbod van woningen ofwel, welke woningen zijn vrijgekomen
3. Hoe zijn vraag en aanbod gekoppeld ofwel, wie hebben welke woningen
toegewezen gekregen
4. Hoe functioneert de organisatie in relatie tot haar doelstelling ofwel,
in hoeverre slaagt men erin woonruimte te verdelen conform de vastge
stelde verdelingscriteria
Mede aan de hand van wél specifiek op de Bredase situatie van toepassing
zijnde gegevens worden deze hoofdvragen in paragraaf 1 verder uitgewerkt en
ingevuld.
Voor de beoordeling van het functioneren van de S.W.B. zijn de uitgewerkte
vragen van paragraaf 1 de belangrijkste handvat. Daarnaast worden echter in
de paragrafen 2 en 3 nog een tweetal aanvullende vragen gesteld met betrek
king tot respectievelijk:
de opgedane ervaring met de per 1 oktober 1983 ingevoerde systeem
wijzigingen (naar aanleiding van de evaluatie op 22 september 1983) en
de opgedane ervaring naar aanleiding van tussentijds doorgevoerde
systeemwij zigingen.