- 3 - Bij het tot stand komen van een toewijzing is er sprake van een aantal stappen, te weten: 1. voor een vrijgekomen woning wordt op grond van normen, urgentie en woonwensen tenminste twee woningzoekenden geselecteerd; 2. de voordrachtencommissie toetst deze selectie en maakt hiervan al dan niet een schriftelijke voordracht voor de desbetreffende woningeigenaar; 3. de woningeigenaar accepteert ja dan nee de meest urgente voorge dragen kandidaat; 4. de desbetreffende woningzoekende accepteert of weigert de aange boden woning. Om nu een goed beeld te krijgen van de invloed van deze verschillende stappen op het uiteindelijke toewijzingsresultaat, moet de algemeen gestelde derde hoofdvraag worden vertaald in een achttal concrete deel- inf ormatievragen 1. welke selecties van woningzoekenden zijn tot stand gekomen op grond van normen, urgentie en woonwensen (naar kenmerken woning zoekenden en kenmerken woningen) 2. welke selecties van woningzoekenden wijken af van de normen en/of het urgentiecriterium (naar dezelfde kenmerken plus de reden) 3. van welke selecties van woningzoekenden zijn door de voordrachten commissie schriftelijke voordrachten voor de woningeigenaar gemaakt (kenmerken idem) 4. van welke selecties van woningzoekenden heeft de voordrachten commissie geen schriftelijke voordracht voor de woningeigenaar gemaakt (kenmerken plus reden) 5. welke schriftelijk door de voordrachtencommissie voorgedragen woningzoekenden zijn door de woningeigenaar als aspirant-huurders geaccepteerd (kenmerken idem) 6. welke schriftelijk door de voordrachtencommissie voorgedragen woningzoekenden zijn door de woningeigenaar niet als aspirant huurders geaccepteerd (kenmerken plus reden) 7. welke door de voordrachtencommissie schriftelijk voorgedragen en door de eigenaar geaccepteerde woningzoekenden hebben de woning geaccepteerd (kenmerken idem) 8. welke door de voordrachtencommissie schriftelijk voorgedragen en door de eigenaar geaccepteerde woningzoekenden hebben de woning geweigerd (kenmerken plus reden) Gesteld kan worden dat met het antwoord op de vragen 3 en 4 de werking (binnen de randvoorwaarden woningzoekendenbestand en vrijgekomen woningen) van de woonruimteverdelingssystematiek in concreto wordt aangegeven: deze woningzoekenden worden kandidaat gesteld voor de vrij gekomen woningen. Bij de vragen 5, 6 en 78 is sprake van twee externe invloeden op het systeem, te weten respectievelijk het verhuurbeleid van de woningeigenaar en woonwensen van de desbetreffende woning zoekenden. Ook deze invloeden dienen echter gekwantificeerd te worden aangezien zij het uiteindelijke resultaat (wie krijgt de woning toege wezen) en daarmee de werking van het systeem rechtstreeks beïnvloeden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 795