9 -
f
g-
h.
l
de kosten voor funderingsonderzoek;
de kosten voor advies op het gebied van geluids- en
warmteisolatie
de leges voor de bouwvergunning en voor enige andere
vergunning die noodzakelijk is voor het treffen van
de voorzieningen;
de verschuldigde omzetbelasting.
Artikel 22
voorwaarden
subsidieverlening
De subsidie kan slechts worden verstrekt indien aan elk
van de volgende voorwaarden, voor zover toepasbaar, wordt
voldaan
a. de woning of het gebouw waaraan de voorzieningen
worden getroffen dient, gerekend vanaf het tijdstip
waarop de aanvraag om subsidie wordt ingediend, ouder
te zijn dan 25 jaar;
b. de netto-oppervlakten van alle ruimten in de woning
waaraan, danwel met het oog op de totstandkoming
waarvan, de voorzieningen worden getroffen, mogen
na het treffen van de voorzieningen gezamenlijk
ten hoogste 125 m2 bedragen, waarbij onder netto
oppervlakten hetzelfde wordt verstaan als in de norm
NEN 2320, zoals in 1962 uitgegeven en in 1975 aange
vuld door het Nederlands Normalisatie-instituut;
c. met de te treffen voorziening(en) dient te worden
bereikt dat de woning, althans op het onderdeel waar
op de voorziening(en) zich richt(en), komt te voldoen
aan de eisen van bewoonbaarheid, die redelijkerwijs
aan een woning moeten worden gesteld;
d. de voor het treffen van de voorzieningen noodzakelijke
vergunningen dienen te zijn verleend;
e. met het treffen van de voorzieningen moet het belang
van de volkshuisvesting en/of stadsvernieuwing in
voldoende mate worden gediend;
f. de kosten van de voorzieningen moeten geacht kunnen
worden in een redelijke verhouding te staan tot het
te verkrijgen resultaat;
g. met het treffen van de voorzieningen, waarvoor men
subsidie wenst te ontvangen, mag niet zijn begonnen
voordat de aanvraag om subsidie is ingediend;
h. de woning waaraan, danwel met het oog op de totstand
koming waarvan, de voorzieningen worden getroffen
dient naar het oordeel van burgemeester en wethouders
geschikt en bestemd te zijn om het gehele jaar door
te worden bewoond;
i. redelijkerwijs moet kunnen worden aangenomen dat de
woning of het gebouw waaraan de voorzieningen worden
getroffen, binnen een periode van 10 jaar, gerekend
vanaf het tijdstip waarop een beslissing zal worden
genomen op de aanvraag, om subsidie, niet zal worden
afgebroken of in ieder geval gedurende deze periode
voor woondoeleinden in gebruik zal zijn.