- 14 -
Hoofdstuk III MONUMENTEN EN BEELDBEPALENDE PANDEN
begrips
omschrijvingen
Artikel 30
Voer de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a. panden:
monumenten en beeldbepalende panden;
b. monumenten:
panden die zijn opgenomen in het monumenten-
register, als bedoeld in artikel 10 van de
Monumentenwet
panden waaromtrent de minister ingevolge artikel
8 van de Monumentenwet het voornemen tot plaatsing
op de monumentenlijst kenbaar heeft gemaakt;
panden die zijn opgenomen in de monumentenlijst,
als bedoeld in de gemeentelijke monumentenveror
dening;
c. beeldbepalende panden:
panden die niet als monument zijn beschermd, maar
die naar het oordeel van burgemeester en wet
houders een kenmerkend onderdeel vormen van een
stadsgezicht, dat krachtens artikel 20 van de
Monumentenwet is aangewezen, of vanwege het
departement van welzijn, volksgezondheid en
cultuur beschermenswaardig wordt geacht;
panden die niet als monument zijn beschermd, maar
die naar het oordeel van burgemeester en wethou
ders een kenmerkend onderdeel vormen van een door
de raad als waardevol aangemerkt gebied.
Artikel 31
subsidiabele voor
zieningen woningen
Aan de eigenaar van een pand, zijnde een woning en
als woning in gebruik, kan op diens verzoek subsidie
worden verstrekt ten behoeve van:
het treffen van voorzieningen tot verbetering van
de indeling of van het woongerief van een pand;
het treffen van voorzieningen tot opheffing van
bouwtechnische gebreken aan een pand;
het treffen van overige voorzieningen, die voor
de instandhouding van een pand noodzakelijk zijn.
a.
b.
c.
subsidiabele voor
zieningen overige
panden
Aan de eigenaar van een pand, niet zijnde een woning,
kan op diens verzoek subsidie worden verstrekt ten
behoeve van:
a. het treffen van voorzieningen tot opheffing van
bouwtechnische gebreken aan een pand;
b. het treffen van overige voorzieningen, die voor
de instandhouding van een pand noodzakelijk
zijn.