aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 161
OW/8507873
29-5-1985
Voorstel van het college van
burgemeester en wethouders tot
verbouwing van de panden van
Coothplein 20, 22 en 24 ten
behoeve van de huisvesting van het
gemeentelijk woningbedrijf
Bij brief van 6 maart 1985 is aan de leden van uw raad een schrijven
toegezonden met betrekking tot onze besluitvorming over de organisatie van
het gemeentelijk woningbedrijf.
Het belangrijkste besluit is wel om het woningbedrijf per 1 januari 1986
te verzelfstandigen buiten de dienst van openbare werken. Dit houdt in dat
het woningbedrijf losgekoppeld wordt van deze dienst en als zelfstandige
dienst gaat functioneren.
Het woningbedrijf dient daartoe in zijn capaciteit te worden aangepast om
zelf te kunnen voorzien in de ondersteunende functies waarin nu de staf
afdelingen van de dienst van openbare werken voorzien, zoals ondermeer
postverwerking, registratuur, archivering, secretarieel en administratief
werk, telefoonverkeer, beheer huisvesting, kredietbewaking,
automatisering, etc. Bovendien zal aan het publiekgericht functioneren
veel aandacht moeten worden besteed. Naast reorganisatie van het werk
apparaat heeft dit ook tot gevolg dat de huisvesting van het gemeentelijk
woningbedrijf hierop dient te worden afgestemd.
Derhalve hebben wij voor de oplossing gekozen dat het gemeentelijk woning
bedrijf in de panden van Coothplein 20, 22 en 24 gehuisvest blijft. Het
pand ligt wat dat betreft op een voor het publiek goed bereikbare lokatie.
De afdeling bouwkunde die mede in deze panden is ondergebracht, zal deze
panden dan dienen te verlaten, waarna een zodanige verbouwing kan worden
uitgevoerd dat het werkapparaat van het gemeentelijk woningbedrijf, na
reorganisatie, daarin op doelmatige wijze kan functioneren.
Het verbouwplan gaat uit van een veel betere ontvangstruimte voor het
publiek, welke ruimte multifunctioneel gebruikt zal kunnen worden (voor
lichting, eenvoudige tentoonstelling betreffende volkshuisvestingsonder-
werpen en bouwprojecten).
Tevens wordt een grotere ruimtelijke samenhang nagestreefd tussen de drie
naast elkaar gelegen panden en tussen de drie verdiepingen. Dit zal een
efficiënter functioneren van het gemeentelijk woningbedrijf zeker bevor
deren.
De publiekgerichte functies van het gemeentelijk woningbedrijf zijn op de
begane grond gesitueerd, hetgeen eisen stelt aan de beschikbare opper
vlakte voor werkruimten van medewerkers als voor spreekkamerruimten.
Hierbij wordt er op gewezen dat door het gemeentelijk woningbedrijf niet
alleen voor de huurders van het woningbezit van woningbedrijf A de indivi
duele huursubsidie-voorlichting en verwerking wordt uitgevoerd, maar ook
voor alle andere inwoners van de gemeente.