- 1 -
Bijlage C
Kanttekeningen bij het rapport "Breda, het functioneren van de binnen
stad in relatie met de bereikbaarheid en de parkeersituatie", CIMK,
oktober 1984.
1Inleiding
Het Centraal Instituut Midden- en Kleinbedrijf (CIMK) heeft in opdracht
van de Kamer van Koophandel een onderzoek uitgevoerd naar de bereikbaar
heid en de parkeersituatie van de binnenstad van Breda. Het CIMK heeft
overigens zelf geen onderzoek verricht, maar heeft gebruik gemaakt van
reeds door derden uitgevoerd onderzoek. Uit het rapport blijkt voorts,
dat vrijwel uitsluitend gebruik is gemaakt van gemeentelijk onderzoek
ten behoeve van de nota "Het structuurplan voor de binnenstad: opnieuw
bekeken voor de jaren 1985-1989".
Het betreft een parkeeronderzoek in de binnenstad van Breda uit 1982 van
de dienst van openbare werken en passantenonderzoeken in het kernwinkel
apparaat van 1981 en 1983 van de sociografische dienst.
In CIMK-rapport wordt dan ook uitvoerig ingegaan en kritiek geleverd op
door de gemeente aangedragen gegevens en onderzoeksmethoden. Naar onze
mening is veel van die kritiek onjuist, hetgeen geleid heeft tot deze
notitie, waarin op beknopte wijze op essentiële punten die kritiek wordt
weerlegd.
In deze notitie wordt daarbij in grote lijnen dezelfde hoofdstukindeling
aangehouden zoals die ook door het CIMK wordt gehanteerd.
2Het functioneren van het kernwinkelapparaat
In het rapport van het CIMK wordt op blz. 7 een classificatie gegeven
van de winkelstraten in het kernwinkelapparaat op grond van de passanten
stromen in de piekuren. De gehanteerde cijfers zijn echter onjuist,
zoals blijkt uit de gepubliceerde passantentellingen van 1981 en 1983.
Het hanteren van de juiste cijfers zou overigens weinig aan de indeling
wijzigen. Alleen het zuidelijk deel van de Ginnekenstraat zou daarmee in
categorie 1 terecht komen, ofwel tot de topwinkelstraten gerekend moeten
worden.
Het CIMK constateert een zeer sterke daling van het aantal regionale
bezoekers op grond van de cijfers van 1976 en 1981 (blz. 8). Deze twee
reeksen mogen echter niet met elkaar vergeleken worden omdat in 1981 met
gewogen cijfermateriaal is gewerkt, anders dan de ongewogen gegevens van
1976. St. Olof heeft de ongewogen cijfers uit het onderzoek van 1981
vergeleken met 1976 en constateert, dat de bezoekomvang van buiten
Breda op donderdag en zaterdag samen zeer gering daalt en wel van 45,9%
naar 45,5%, maar dat de bezoekomvang uit het "doelgebied van de binnen
stad" (lees: primair verzorgingsgebied) duidelijk is gestegen en wel van
60,5% naar 65,3% van het totale bezoek van buiten Breda.
Het zal duidelijk zijn, dat in relatie hiermee ook de weergave van de
ontwikkeling van de relatieve oriëntaties uit de verschillende deel
gebieden van het verzorgingsgebied, waarbij van dezelfde foutieve
interpretatie is uitgegaan, ook onjuist is (blz. 9).
Passantenonderzoek binnenstad Breda, Scholengemeenschap St. Olof,
Breda, maart 1982.