- 5 -
Overigens wordt door het CIMK geconstateerd, na een hele beschouwing
waarom de gepresenteerde cijfers inconsistent zijn, dat de parkeerbe-
hoefte op basis van de parkeermotiefenquĂȘte "niet onrealistisch wordt
geacht". Een verdere motivatie waarom dit "niet onrealistisch wordt
geacht" wordt verder niet gegeven, terwijl ook zij verder van dit
materiaal uitgaan. Niet duidelijk is waarom niet gekozen is voor de
andere, veel lagere, parkeerbehoefte
Na bovenstaande mag worden aangenomen dat voldoende duidelijk is dat het
gehanteerde materiaal voor de bepaling van de parkeerbehoefte zeker niet
uit "los zand" bestaat, maar dat de verkregen cijfers op verschillende
manieren zijn benaderd en geverifieerd.
In het volgende zal nagegaan worden hoe het CIMK met het beschikbare
materiaal is omgegaan en waar verschilpunten worden geconstateerd met de
gemeentelijke nota's voor wat betreft het parkeren en het ontsluitings
systeem. Daarbij wordt geabstraheerd van detailkritiek en wordt alleen
de grote lijn van het verhaal beschouwd.
3.2. Het parkeren nader beschouwd
Het CIMK maakt in haar rapport onderscheid naar diverse parkeerterreinen/
secties op grond van een geografische indeling. Daarbij maakt zij
melding van het, door haar geconstateerde "feit", dat in de gemeente
lijke rapportage een kwalificatie van parkeervoorzieningen ontbreekt. In
de parkeernota wordt echter een duidelijke kwalificatie aangegeven van
zowel parkeerbehoefte als parkeercapaciteitDaarbij is een functionele
indeling gemaakt (kort parkeren versus lang parkeren, parkeren ten
behoeve van kernwinkelapparaat versus overig gebied, betaald versus
onbetaald) in plaats van de geografische kwalificatie zoals die door het
CIMK wordt aangegeven. Nog afgezien van de toepasbaarheid van de kwali
ficatie zoals die door het CIMK wordt gegeven lijkt die toepassing door
het CIMK op grote problemen te stuiten.
In tabel 10 van het CIMK-rapport wordt namelijk op basis van de geogra
fische indeling de tekorten aan parkeercapaciteit bepaald. De parkeer-
behoefte wordt door het CIMK vastgesteld als de som van legaal en
illegaal geparkeerde auto's in een bepaald gebied. Door nu deze parkeer-
behoefte af te trekken van de in dat gebied beschikbare capaciteit wordt
het tekort aan parkeercapaciteit in dat gebied bepaald. Dit leidt tot de
conclusie dat momenteel een tekort van circa 1.200 plaatsen in de
binnenstad (op piekmomenten) bestaat. Daarbij wordt veronderstelt dat:
- voor de, door de illegaal parkeerders, veroorzaakte parkeerdruk
onmiddellijk in dat gebied waarin ze geconstateerd worden een
uitbreiding in de parkeercapaciteit dient te worden voorzien;
- er geen rekening wordt gehouden met de "overloop" capaciteiten in
aangrenzende gebieden.
In concreto betekent dit bijvoorbeeld dat de parkeercapaciteit van het
Beijerd/Vlaszak terrein volledig wordt toegerekend aan het opvangen van
de parkeerbehoefte in de buurt Valkenberg, en dat deze capaciteit geen
functie vervult in de opvang van illegaal geparkeerde auto's in de city.
Kortom, het CIMK heeft dus alleen gerekend met de tekorten en heeft de
overschotten buiten beschouwing gelaten.
Het hanteren van de parkeercijfers op deze manier is natuurlijk
volstrekt verwerpelijk en leidt tot onjuiste conclusies. Het heeft dan
ook geen zin om in te gaan op conclusies die het CIMK hieraan verbindt.