- 8 - De gehanteerde segmentering ter bepaling van de gewenste spreiding van de parkeervoorziening levert ook verschil van mening op tussen het CIMK en de gemeentelijke nota's. Worden daarbij dezelfde kwadranten gehanteerd, de relatieve gewichten van de verschillende kwadranten in het gewenste spreidingspatroon verschilt. Dit verschil spitst zich toe op de verdeling tussen het noordelijk deel en het zuidelijk deel van de binnenstad. Het CIMK gaat er daarbij vanuit dat de relatieve attraktiviteit bepalend is, terwijl hiervoor in de parkeernota de verdeling van de verkoopvloeropper vlakte wordt gehanteerd. Voor de bepaling van een goede segmentering op grond waarvan een gewenst spreidingsbeeld bepaald kan worden, moet niet uitgegaan worden van de bestaande structuur in de parkeervoorzieningen. Het is dan ook niet terecht om het gewenste spreidingspatroon te verge lijken met het geconstateerde spreidingspatroon en hieraan de conclusie te verbinden dat het gewenste spreidingspatroon "goed" is zodra dit in enige mate overeenkomt met het gerealiseerde spreidingspatroon (zie overigens ook pagina 33 van het CIMK-rapport)Doel is nu juist te bepalen waar knelpunten voorkomen en waar niet. Het hanteren van de relatieve attraktiviteit van bepaalde delen van de binnenstad leidt tot het introduceren van bestaande structuren (in de vorm van beschikbare parkeercapaciteiten)Terecht merkt het CIMK daarbij op, dat het een gegeven is, dat het aantal bezoekers per m2 verkoop vloeroppervlakte in het zuidelijk deel niet verwaarloosbaar hoger is dan in het noordelijk deel. Uitgaande van deze veronderstelling lijkt het voor de hand te liggen nu juist wel een verdeling te hanteren die gerelateerd is aan de omvang van het aantal m2 vloeroppervlakte. Immers 70% daarvan ligt in het zuidelijk deel en 30% in het noordelijk deel. Ter voorkoming van onnodig zoekverkeer en ter minimalisering van de loopafstanden moet bij de bepaling van de gewenste verdeling van de parkeervoorzieningen hiermee rekening worden gehouden. Overigens is in de parkeernota aangegeven dat bij de bepaling van de gewenste parkeervoorzieningen ook rekening moet worden gehouden met relatieve loopafstand tot het kernwinkelapparaat (deze hangt samen met de stedelijke structuur van de stad)Het CIMK gaat hieraan in haar berekeningen voorbij, terwijl wel aangegeven wordt dat dit soort zaken een rol speelt (pagina 28). Na bovenstaande zal het geen verdere toelichting behoeven dat grote twijfels bestaan omtrent de door het CIMK getrokken conclusies over gewenste spreiding en situering van de parkeervoorziening. De conclusie dat in alle kwadranten in de binnenstad een te kort aan onbetaalde parkeerplaatsen zou bestaan komt na bovenstaande enigszins vreemd voor. Dat er tekorten zullen ontstaan wordt ook aangegeven in de gemeentelijke parkeernota en uitbreiding van de parkeercapaciteit wordt dan ook voorgesteld. Dat het CIMK uit de gemeentelijke nota's niet kan bepalen hoe de ruimte lijke verdeling en de verdeling naar soort (betaald/vrij) plaats vindt wekt wel zeer grote verwondering. Met enige kennis van de binnenstad van Breda (of met een plattegrond daarvan) is precies vast te stellen in welk kwadrant de Gedempte Haven, het A.B.N.-complex, De Claudius Prinsenlaan is gesitueerd. Bovendien is aangegeven om welk type parkeer plaats (betaald/onbetaald, kort/lang) het gaat bij eventuele uitbrei dingen (pagina 33 t/m 35 van de parkeernota).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 963