gemeente Breda
Reaktie gemeente Breda op evaluatie Streekplan West-Brabant en de
daarvan afgeleide partiele herziening Streekplan West-Brabant 1985
(voorontwerp)
Inleiding
De ruimtelijke struktuur van West-Brabant is tot standgekomen in
een ontwikkelingsproces, dat eerst goed in de Middeleeuwen op gang
gekomen is en dat nog steeds voortduurt. De grootste wijzigingen
van deze, voor een belangrijk deel nog middeleeuwse, struktuur heb
ben de laatste 50 jaar plaatsgevonden. Deze waren het gevolg van
een sterke industrialisatie ten koste van de landbouw, vergroting
van de technische mogelijkheden in algemene zin, een daarmee ge-
paardgaande sterke stijging van de welvaart en van de bevolkings
groei, in kombinatie met een expansieve ontwikkeling van het (weg)-
verkeer
In de voor ons liggende periode zijn dit soort ontwikkelingen niet
te verwachten. Grote ingrepen in de ruimtelijke struktuur zullen
dan ook waarschijnlijk niet plaatsvinden. De meeste "bestemmingen",
die nodig geacht werden voor de samenleving zijn reeds gereali
seerd. Verder ruimte-beslag zal in de toekomst dan ook beperkt van
omvang zijn.
Onder de druk van de snelle ontwikkelingen zijn in het verleden
niet altijd de meest optimale besluiten genomen. De huidige ruimte
lijke struktuur wordt dan ook gekenmerkt door een groot aantal on
evenwichtigheden en konf 1 iktpunten I,
Het beleid zou er dan ook op gericht dienen te zijn om - binnen de
smalle marges die er zijn - met alle kracht te streven naar het zo
veel mogelijk oplossen van deze problemen m.a.w. te werken aan het
versterken van de ruimtelijke en de maatschappelijke struktuur. Een
van de voornaamste opdrachten in dit verband zal de zorg voor een
evenwichtige ruimtelijke - en bevolkingsopbouw van de grote steden
zi jnDit om een verdere maatschappelijke scheefgroei te voorkomen,
teneinde zowel in funktionele als financiële zin zijn taak als cen
trum van aktiviteiten waar te kunnen blijven maken. Wil deze, ook
in het (koncept) streekplan beleden, ontwikkeling ook daadwerkelijk
tot stand komen dan is een meer samenhangende en integrale aanpak,
dan nu voorgestaan, noodzakelijk. Struktuurverbetering heeft name
lijk niet alleen betrekking op het wonen sec, maar ook op die facet
ten en processen, die in het Streekplan niet of nauwelijks aan de
orde komen of waarvan gesteld wordt dat ze (later) nader uitgewerkt
zullen worden. Er is dan een grote kans dat - gezien de weinige
tijd die nog rest - de gewenste ontwikkeling niet tot stand zal ko
men. Een snelle krachtige aanpak met alle ten dienste staande midde
len is dan ook vereist en kan mogelijk voorkomen dat ook nu weer na
derhand gekonstateerd moet worden, dat de doelstellingen niet ge
haald zijn.