Bijlage 1 Onderdeel verstedelijking Ten aanzien van de evaluatie van de bevolkings- en woningbehoefte ontwikkeling worden in de evaluatienota de onderstaande konklusies van belang geacht: 1. De groei van het woningbehoevende deel van de bevolking neemt sterk af, met name na 1990. 2. Het vestigingsoverschot van de gehele provincie is sterk ge daald. 3. De feitelijke toename van de woningvoorraad blijft achter bij de ontwikkeling van de behoefte. 4. In het landelijk gebied is een grotere vestiging dan op grond van de feitelijke toename van de woningvoorraad mocht worden verwacht. 5. De stadsregio's zullen in hun ontwikkeling achterblijven bij de groei van de kernen buiten de stadsregio's. De konklusies een en twee kunnen wij onderschrijven. Bij de konklu sies onder drie, vier en vijf dienen vanuit de ontwikkelingen in het stadsgewest Breda de volgende kanttekeningen te worden ge plaatst. Wij doen dit aan de hand van onderstaande tabel: Toename woningvoorraad en migratiesaldi in de periode 1980 - 1984 in het stadsgewest Breda. gemeente/ woningtoename feitelmigratiesaldo gebied vlgs herzfeitelijk toename totaal tov Breda streekplan meer +/- 1) (3) -(2) (1) (2) (3) (4) (5) (6) Breda Oosterhout 4700 1700 5438 2179 738 479 1138 1418 405 overig stadsregio 1900 2024 124 1231 557 totale stadsregio 8300 9641 1341 3787 962 Etten-Leur 1100 1684 584 1426 494 1) Helft van de woningbehoefte per saldo natuurlijke groei in de periode 1980 - 1989 (zie bijlage 3,7 blz. 25 van de evaluatie nota 1984).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 989