bij bij1nr186 IV
c. aan hen, die - en voor zover zij - door het be
voegde gezag belast zijn met de daadwerkelijke
uitvoering van bestuursdwang en degenen, die bij
deze uitvoering medewerking verlenen, een en
ander voor zover deze bestuursdwang het handhaven
van het bepaalde in of krachtens deze verordening
ten doel heeft;
een en ander indien en voor zover dit redelijkerwijs
voor de uitoefening van hun taak nodig is.
In
tr
Ci
ti
Artikel 26
Overgangs- 1. Vergunningen, ontheffingen of aanschrijvingen,
bepalingen verleend of gedaan krachtens bepalingen van de
Algemene politieverordening 1978 of de Drank- en
Horecaverordening Breda 1973 welke inmiddels zijn
vervallen of ingetrokken, met betrekking tot
onderwerpen waarin thans deze verordening voor
ziet, worden voor zover nodig geacht te zijn ver-
leend of gedaan op grond van het bepaalde in of
krachtens deze verordening, tot uiterlijk een
jaar na het tijdstip van in werking treden van
deze verordening.
2. Handelingen of activiteiten die:
reeds plaatsvonden vóór de datum van inwer
kingtreding van deze verordening, èn
waarvoor bij of krachtens de Algemene politie
verordening 1978, dan wel de Drank- en Horeca
verordening Breda 1973, niet het vereiste van
een vergunning of ontheffing was gesteld, èn
zonder vergunning of ontheffing verboden zijn
bij of krachtens deze verordening,
kunnen gedurende zes maanden na de datum van in
werkingtreding van deze verordening worden gecon
tinueerd
3. Burgemeester en .wethouders kunnen de in het
eerste lid genoemde termijn verlengen, indien
binnen die termijn voor de in het tweede lid be
doelde handelingen of activiteiten een aanvraag
om vergunning of ontheffing is ingediend, tot
uiterlijk de datum waarop de beschikking op die
aanvraag onherroepelijk is geworden.
4. De in deze verordening opgenomen verbodsbepalin
gen met betrekking tot de in het tweede lid be
doelde handelingen of activiteiten blijven
gedurende de in het tweede lid bepaalde, en de
krachtens het derde lid eventueel verlengde,
termijn buiten toepassing.
- 14 -