bijl. nr188
Het bestuur van de Coöperatieve Vereniging Reparatiewerk
plaats heeft besloten aansluiting bij de planvorming te
zoeken. Dit brengt de nodige inhoudelijke en organisatorische
wijzigingen met zich mee. In navolgende paragrafen zullen
deze wijzigingen kort worden uitgewerkt, waarna in een finan
ciële paragraaf het subsidie-verzoek van de Reparatiewerk
plaats zal worden toegelicht.
Toekomstige ontwikkelingen
2.1. Het recyclen van witgoed
De Reparatiewerkplaats richt zich onder meer op het
recyclen van witgoed (zie paragraaf 1.2.'). Een activi
teit die eveneens onderdeel uitmaakt van het Kringloop
centrum Breda.
Om onnodige overlappingen te voorkomen en eventuele
onderlinge concurrentie uit te sluiten, is in onderling
overleg overeengekomen dat de recycling-werkzaamheden
worden ingebracht in het Kringloopcentrum. Dit betekent
dat het Kringloopcentrum (eind)verantwoordenjkheid voor
deze werkzaamheden op zich neemt en hiertoe tevens 50^
van de exploitatie van de werkplaatsruimte waar de Repa
ratiewerkplaats is gevestigd voor haar rekening neemt.
De hier kort aangegeven constructie heeft bovendien als
bijkomende voordelen dat:
a. vanuit de Reparatiewerkplaats aandacht kan worden be
steed aan de versterking en uitbouw van het scholings
onderdeel
b. concurrentie-vervalsende effecten kunnen worden
vermeden
Hier wordt volstaan met de motivering waarom bedrijfs
economische activiteiten in het Kringloopcentrum worden
ondergebracht. Voor verdere planvorming met betrekking
tot het Kringloopcentrum wordt verwezen naar het sepa
rate pré-advies dat onlangs aan Uw raad is aangeboden.
2.2. Het scholingsplan
Zoals reeds gesteld onder punt 2.1. betekent het onder
brengen van de bedrijfseconomische activiteiten in het
Kringloopcentrum, dat meer aandacht aan het scholings
onderdeel kan worden besteed.
Hiertoe is een eerste scholingsplan uitgewerkt.*
Hier wordt volstaan met enkele aandachtspunten als
beknopte samenvatting.
2.2.1. Het scholingsplan wordt afgestemd op die jongeren
die door onvoldoende vooropleiding geen aanslui
ting (meer) kunnen vinden op reguliere opleiding.
Dit betekent dat eindniveau van deze opleidende
scholingsactiviteiten direct dient aan te slui
ten op het aanvangsniveau van reguliere toelei
dingen
Het scholingsprogramma wordt dan ook ontwikkeld
in directe samenwerking met instellingen als het
C.V.V., het C.B.B. en de Streekschool.
Het gemeentelijk bureau 't Gist zal hier een
stimulerende rol in vervullen.
- 2 -