bijl. nr. 189 de inpasbaarheid in het door de Raad vastgestelde beleidskader afvalverwijdering; de te verwachten levensvatbaarheid van het toe komstige bedrijf, een en ander met het oog op de doelmatigheid en continuiteit van de inzamel- activiteitenook in relatie tot de gemeentelijke in zamel-activiteiten de mate waarin de inzamel-activiteiten kunnen vol doen aan te stellen milieu-hygiënische eisen. a Wij menen dat het voorliggende ondernemingsplan kringloopcentrum Breda goed aansluit op het vast gestelde beleidskader en daarin ook volledig in pasbaar is. Gesteld mag worden dat voor de ont wikkeling van een scheidingsbeleid aan de bron de voorgestelde geïntegreerde inzameling middels een haal-systeem van wezenlijke betekenis is. Als zodanig verdient het intitiatief alle onder steuning. Kijkende naar de overige in het beleids plan opgenomen voornemens en maatregelen met be trekking tot scheiding aan de bron dan menen wij dat dit initiatief, althans potentieel, het best bijdraagt aan het streven naar volume-reductie, recycling en hergebruik. Dit omdat verwacht mag worden dat bij een geïntegreerd haal-systeem, mits goed opgezet en goed begeleid qua informa tie, het grootste rendement kan worden behaald. Derhalve vinden wij het van belang om aan dit initiatief in vergelijking met andere niet geïn tegreerde haal- of brengsystemen in ondersteunen de zin extra aandacht te geven. b Het voorliggende ondernemingsplan biedt naar onze mening goede kansen voor een doelmatige en be drijfsmatige aanpak. Qua opzet vertoont het plan gelijkenis met een soortgelijk functionerend centrum in Emmeloord, waar binnen een periode van enkele jaren het mogelijk is gebleken ten minste 8 loonvormende arbeidsplaatsen te creëren. Uiteraard zal nog moeten blijken of dit ook fei telijk hier realiseerbaar is. Een en ander is van vele factoren afhankelijk, Gelet echter op de ervaringen elders en gezien het ondernemingsplan lijkt het initiatief levensvatbaar, waardoor ook de continuiteit van de inzameling gewaarborgd lijkt te kunnen worden. Bij de praktische uit werking van :.et initiatief zal de relatie met de gemeentelijke inzameling om nadere invulling van een stuk afstemming en coördinatie vragen. Dit is echter door verder overleg goed mogelijk. c De te stellen milieu-hygiënische eisen komen aan de orde in de ex art.13-1 van de Afvalstof- fenverordening te verlenen inzamelvergunning 'Het betreft hier een aan de directeur van de Milieudienst gedelegeerde bevoegdheid. Voorals nog zal de vergunning verleend worden voor een beperkte termijn en een beperkt inzamelgebiea (Brabantpark/Heusdenhout). - 5 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 1122