aan de raad der gemeente Breda Wlz/8607294 4 juni 1986 bijlage nr. 205 Voorstel van burgemeester en wet houders tot vaststelling van de bedragen per leerling 1986 ten behoeve van het speciaal onder wijs. Bij de aanbieding van de begroting 1986 is opgemerkt, dat de bedragen per leerling 1986 voor de onderscheidende soorten scholen voor speciaal onderwijs nog dienen te worden vastge steld, als de circulaire uitkering (voortgezet) speciaal on derwijs van het ministerie van onderwijs en wetenschappen is ontvangen. Deze circulaire is op 17 februari 1986, kenmerk B0/SP/25252, aan de gemeenten toegezonden, zodat tot boven bedoelde vaststelling kan worden overgegaan. Conform artikel E20 van de Overgangswet IS0VS0 moeten de be dragen per leerling ingevolge artikel 186 en 189 van het beslui onderwijs 1967 worden vastgesteld en dienen ter bestrijding van 1de materiële exploitatiekosten en 2. de administratiekosten. Bij vaststelling van de bedragen per leerling voor materiële exploitatiekosten wordt onderscheid gemaakt tussen: a. 1openbare scholen voor speciaal onderwijs Voor deze scholen dient het bedrag te worden bepaald dat ter beschikking wordt gesteld voor de bestrijding van de kosten bedoeld in artikel 55 onder e tot en met h, p en r van de Lager-onderwijswet alsmede de kosten van instand houding 2gelijksoortige bijzondere scholen voor speciaal onder wijs Het vastgestelde bedrag per leerling bij de openbare scholen is maatstafgevend voor deze scholen; boverige bijzondere scholen voor speciaal onderwijs Voor deze scholen dient een bedrag per leerling te worden vastgesteld, dat voldoende moet worden geacht voor de rede lijke behoeften van een in normale omstandigheden verkerende school van de betreffende soort.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 1216