aan de raad der
gemeente Breda
Wlz/8604667
9 april 1986
&|>X<>X<
(fÏÏUsJ
Bijlage nr. 206
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot vaststelling van de
nota volwasseneneducatie.
De aanleiding tot de voor U liggende nota volwasseneneducatie
is Uw verzoek, uitgesproken in een vergadering van de commissie
Welzijn I, om nader geïnformeerd te worden over de beleidsvoor
nemens van de rijksoverheid met betrekking tot de volwassenen
educatie.
In overleg en in samenwerking met de wethouder voor Welzijn I
heeft dit verzoek in eerste instantie geresulteerd in een ambte
lijke discussienota "Notitie volwasseneneducatie; aanzet tot
een vernieuwd beleid" (mei 1985). Deze nota behandelde niet
alleen het rijksoverheidsbeleidmaar geeft vanuit het rijks-
overheidsbeleid enerzijds en op basis van de educatieve voor
zieningen in Breda anderzijds een aanzet voor nieuw beleid vol
wasseneneducatie in Breda. De notitie is in de commissie Wel
zijn I op 2 juli 1985 uitgebreid besproken. Vervolgens is op 1
oktober 1985 door particuliere instellingen en organisaties
ingesproken en zijn in de periode juli t/m december 1985 een
vijftiental reacties op de notitie gegeven. Op basis van de
commissievragende mondelinge en schriftelijke inspraakgege-
vens en met medeneming van de meest recente ontwikkelingen in
het rijksoverheidsbeleid en binnen het locale/regionale vol
wasseneneducatieterrein is de ambtelijke discussienota bewerkt
tot een gemeentelijke beleidsnota volwasseneneducatie. (Boven
aangehaalde reacties en verslagen liggen op de gebruikelijke
wijze ter visie)
Het kader waarbinnen de inhoud van de notitie geplaatst kan
worden is tegelijkertijd breed en beperkt. Breed in de zin dat
ingegaan wordt op het gehele terrein van de volwassenenedu
catie, namelijk op alle educatieve activiteiten ter bevor
dering van de persoonlijke ontplooiing en van het maatschap
pelijk functioneren van volwassenen door de ontwikkeling van
kennis, inzicht, houdingen en vaardigheden door een wijze die
aansluit bij de behoeften, mogelijkheden en ervaringen. De
beperktheid van de notitie bestaat uit het niet of nauwelijks
ingaan op algemene voorzieningen en activiteiten, waarbij het
educatieve slechts een bijkomende of afgeleide doelstelling