bijl. nr. 220 - 2 - Breda "groeistad" In het kader van het verstedelijkingsbeleid is Breda aangewezen als groei stad. Breda kreeg daarmee de taak om in de periode 1981 t/m 1990 10.000 woningen te realiseren. Voor de gemeente Breda impliceerde het verstede- lijkingsbeleid zowel het opvangen van de "overloop" uit de randstad, als ook het terugdringen van de suburbanisatie vanuit Breda naar de randgemeenten. De verwachting is dat in de loop van de 90-er jaren de woningbehoefte in Breda zal gaan teruglopen (zie planningslijst 3). In welk tempo en voor welke categorieën woningen zal enerzijds door regelmatig onderzoek naar ontwikkelingen in de bevolking en de woningvoorraad duidelijk moeten worden. Anderzijds wordt dit mede bepaald door het te voeren verstedelij- kingsbeleid. Herziening Streekplan West-Brabant Op provinciaal niveau is de ontwikkeling van de woningbehoefte in Breda onderwerp van gesprek in het kader van de huidige herziening van het Streekplan West-Brabant. Onderdeel hiervan is namelijk de berekening van de woningbouwproduktie in de komende jaren in de gemeenten gelegen in het streekplangebied en daarmee ook de gemeenten van het Stadsgewest Breda. Deze berekening resulteert in richtgetallen voor de woningbouwproduktie per gemeente. Volgens deze berekening zou het richtgetal voor het Stadsgewest Breda als geheel en daarbinnen met name het richtgetal voor de gemeente Breda per 1989 abrupt en drastisch dalen. Bij deze provinciale berekening dienen grote vraagtekens geplaatst te worden, aangezien de ontwikkeling van de woningbehoefte veeleer een geleide lijke terugloop te zien zal geven. Daarnaast doen deze richtgetallen geen recht aan het verstedelijkingsbeleid waar dat het terugdringen van de suburbanisatie vanuit Breda voorstaat. Met name kunnen vragen gesteld worden bij de gehanteerde berekeningsmethodiek welke de woningbehoefte bepaalt op basis van leeftijdspecifieke woning behoeftenormen gekoppeld aan een bevolkingsvooruitberekening. Daarbij wordt migratie tussen steden buiten beschouwing gelaten. - Richtgetallen R.V.C. en richtgetallen Streekplan De stadsgewestelijke afstemming van de planningslijsten door de R.V.C. geschiedt via de richtgetallen voor de diverse gemeenten, welke gebaseerd zijn op het door de R.V.C. geformuleerde groeiklassenbeleid. Voor de jaren 1987 en 1988 levert dit geen problemen op, omdat er geen grote afwijkingen bestaan tussen de richtgetallen van de R.V.C. en de provinciale richtgetallen. Vanaf 1989 ontstaat deze discrepantie echter wel. In de eerste plaats wat betreft het richtgetal voor het Stadsgewest als geheel. In de tweede plaats wat de richtgetallen van de afzonderlijke stadsgewestgemeenten betreft. - R.V.C.-vergadering 12 mei 1986 Op 12 mei 1986 heeft de R.V.C. van het Stadsgewest Breda vergaderd over de richtgetallen welke bij de afstemming van de planningslijsten 1987-1991 gehanteerd zouden worden. In deze vergadering is besloten om vooralsnog akkoord te gaan met de provinciale richtgetallen voor het Stadsgewest als geheel. De verdeling over de afzonderlijke gemeenten is echter gebaseerd op het groeiklassenbeleid van de R.V.C. Van de zijde van de gemeente Breda zijn bij dit akkoord wel een aantal voorbehouden geplaatst welke inhouden dat bijstelling van de richtgetallen voor het nieuwbouwprogramma in Breda dient te geschieden als daar aanleiding toe gegeven wordt door:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 1294