- 2 - bij bijl. nr. 225
2.2. Uitgangspunten groenbeheer:
a. een ged ifferent i eerd beheer van het groen. Zulks op basis van
de stedelijke en landschappelijke versch i jn i ngsvormen van het
groen, hetgeen inhoudt een natuurlijk dan wel cultuurlijk
beheer, c.q. extensief dan wel intensief beheer, een en ander
gericht op de instandhouding en versterking van de belevings-
en gebruikswaarde van het groen voor de Bredase burgers;
b. een milieuvriendelijk en op ecologische principes gebaseerd
beheer van het groen, voor zover dat een bedrijfsmatig beheer
mogelijk blijft maken, hetgeen o.m. betekent een op dit beheer
aansluitende inrichting van het groen, een zuinig gebruik van
ruimte en een zuinig, milieuhygiënisch en ecologisch
verantwoord gebruik van grondstoffen benodigd voor het
onderhoud van het groen;
c. een bundeling van het beheer van gemeentelijke gronden in de
groene hoofdstructuur met het oogmerk waar mogelijk te komen
tot een doelmatige, opbrengstgerichte agrarische beheersvorm.
2.3. Financiële uitgangspunten:
a. de in het groenstructuurp lan voorgestelde omvormingen van het
groen gestalte te geven door toepassing van het principe
"heri nrichten door saneren";
b. als richtlijn voor het uit het onderhoud nemen van het
openbaar groen een oppervlakte van 50 hectare vast te
stellen, waarvan 30 ha te benutten voor stedelijke doeleinden
en 20 ha Voor landschappelijke en agrarische doeleinden
(o. a. bossen
c. de netto-opbrengsten van verkopen van bij de milieudienst in
beheer zijnde gronden te bestemmen voor de benodigde extra
i nvesteri ngsru imte t.b.v. de in het groenstructuurplan voor
gestelde herinrichtingen, omvormingen en vernieuwingen van
het groen;
d. het onderhoudsbudget voor het groen jaarlijks vast te stellen
op basis van de omvang van het areaal en nader vast te
stellen kengetallen en normen.