bij bijl.nr. 27 I
SAMENVATTING
S.1
INLEIDING
1. Het Stad4g.ewe.4t heeft onlangA een beleidsplan afvalvenwenklng
vastgesteld. Daanmee Ia de nlchtlng bepaald van het afvalvenwen-
klngsbeleld voon de konte en langene tenmljn. Ook wij. ondenkennen
de behoefte om planmatig, de ontwlkkellngAnichtlng van een gemeen
telijk beleid uit te pelten. De^e notctle Ia alA zodanig bedoeld
en houdt naan Inhoud z° veel mogelijk nekening met, caAu quo
A-Luit z°ven mogelijk aan op de doon het AtadAgeweAt uitgezette
beleidslijnen.
'1
OVERHEIDSBELEID
2. Het nljkAbeleld Ia In volgonde van pnlonltest:
voonkomen van afval;
venmlndenen van Achadelljkheld van afval;
- hengehnulk van afval;
- beheenAlng van afvalstnomen;
- goede venwenklng van het nestenende afval.
3. Het pnovlnclaal beleid Ia voon de konte tenmljn genlcht op het
Aanenen van Atont plaats en. Zo Apoedlg mogelijk daanna wil de
pnovlncle:
- maximale Acheldlng aan de bnon
- Acheldlng achtenaf;
onganlAch afval benutten voon compoAt of enengle.
h. Het StadsgeweAt kiest In volgonde van pnlonltelt voon;
Acheldlng aan de bnon;
- Acheldlng achtenaf;
- gecontnoleend Atonten.
Qua fasenlng van beleid k-i-est het StadsgeweAt voon Atudle en pnak-
tljkpnoeven In 1986 en 1987 om In 1988 meen definitieve voon-
atellen oven de toekomstige afvalvenwenklng te kunnen doen.