aan de raad der
gemeente Breda
Wlz/8609187
25-6-1986
Voorstel van burgemeester en wet
houders over de inzet van de con
centratiemiddelen ten behoeve
van het welzijnswerk voor buiten
landers
Voorgeschiedenis
Bij brief van 31 mei 1983 aan de staten-generaal der tweede
kamer heeft de minister van W.V.C. formeel een ontwikkeling op
gang gezet tot een gefaseerde (en gedeeltelijke) decentrali
satie van rijkstaken naar gemeenten met betrekking tot het
welzijnswerk voor buitenlandse migranten.
De stichting buitenlanders "West-Brabant" blijft als regionale
categorale tweedelijnsinstelling bestaan, maar dan in afgeslank
te vorm (van 18 naar 8,5 formatieplaatsen).
De belangrijkste consequenties voor Breda zijn:
a. de overheveling van de financiële middelen ten behoeve van
activiteiten voor organisaties van buitenlandse migranten
naar de gemeente (is voor het eerst verwerkt in het gemeen
telijk welzijnsplan 1985).
De eerstelijnstaken van de stichting buitenlanders dienen te
worden overgenomen door de algemene instellingen: het mini-
3t_r.it heeft hiervoor middelen ter beschikking gesteld, die
in beginsel per 1-1-1987 beschikbaar komen (max. f 167.000,
Vooruitlopend op de beschikbaarstelling per 1-1-1987 van deze
concentratiemiddelen, heeft ons college na besprekingen met
het ministerie reeds per 1-1-1985 een deel ingezet ten behoe
ve van de zorgfunctie van buitenlanders (zie welzijnsplan
1985). Het gaat hier om in totaal 48 uur;
b. de overheveling van de gelden voor de activiteitencentra, in
clusief het beheer (het InCom-gebouw)
Over deze zaken zijn op initiatief van ons college reeds in het
najaar van 1983 besprekingen gevoerd met de stichting buiten
landers. Dat heeft er mede toe geleid dat de overheveling van
de activiteitengelden ten behoeve van de buitenlandse organi
saties per 1-1-1985 zijn beslag heeft gekregen.
Hoewel wij in eerste instantie het vraagstuk van het InCom-
gebouw en de inzet van de concentratiemiddelen integraal wil
den behandelen, hebben wij mede op verzoek van de stichting
buitenlanders en de buitenlandse organisaties besloten om het
Bijlage nr. 262