aan de raad der gemeente Breda Bijlage nr. 203 8607734 Voorstel van burgemeester en wethouders 20-6-1986 tot opheffing van de Stedebouwkundige Adviesraad. 1Inleiding In uw vergadering van 14 september 1972 hebt u besloten tot instelling van de Stedebouwkundige Adviesraad (StAR) voor de gemeente Breda. De StAR is een vaste commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 62, lid 2, van de gemeentewet. In de zestiger jaren is een democratiseringsproces ontstaan in die zin, dat allerwegen een merkbare behoefte aan de dag trad tot het meepraten - buiten de wettelijke en institutionele kaders - door direct betrokkenen en geïn teresseerden over allerlei door de overheid te nemen beleidsbeslissingen. Op lokaal niveau richtte deze behoefte zich hoofdzakelijk op het terrein van de ruimtelijke ordening en het milieu. De vraag van de burgerij om nauwer betrokken te worden bij het gemeentelijk ruimtelijk beleid heeft het gemeentebestuur van destijds als een gerecht vaardigd verlangen willen honoreren en als zodanig ook als volkomen legitiem ervaren. Onmiddellijk diende zich daarbij echter de vraag aan op welke wijze aan deze democratiseringstendenzen organisatorisch gestalte zou kunnen worden gegeven. Het college en de gemeenteraad hebben destijds gekozen voor het institutio naliseren van de inspraak in de vorm van het instellen van een stedebouw kundige adviesraad als een permanent platform voor de burgers. Overigens is toen al zeer nadrukkelijk gesteld, dat de instelling van deze adviesraad niet betekent, dat directe vormen van inspraak niet meer mogelijk zouden zijn. Wel is gesteld, dat het ontwikkelen van het functioneren van de StAR zou kunnen zijn, dat, afhankelijk van het vertrouwen van de burgers in de StAR, de beschikbare kwaliteit en middelen van de StAR en het te groeien plaatsbeeld van de StAR in de Bredase gemeenschap, de inwoners van Breda hun wensen enz., voor zover gelegen op het terrein van de adviesraad, zouden kanaliseren via die raad. De samenstelling van de StAR werd zodanig hard gekozen dat een groot aantal aspecten van de stedelijke samenleving daarin vertegenwoordigd was. Ook werd de StAR bemand met facet-deskundigen. Kortom een samenstelling om te kunnen functioneren als een getrapte inspraak instantie en tevens als een adviesorgaan op eigen titel. Duidelijk een tweesporig uitgangspunt derhalve. 2. Historisch overzicht De StAR als nieuw instituut heeft de eerste jaren "rustig" binnen het aan gegeven stramien gefunctioneerd. Om beter aan de doelstelling te kunnen voldoen werd al wel vrij snel de samenstelling van de StAR verbreed. Na enige tijd leidde het functioneren van de StAR reeds tot de conclusie, dat in de StAR-adviezen enigszins werd gemist de zogenaamde toegevoegde waarde, welke ontstaat door het spreken met de achterban, het terugkoppelen naar vertegenwoordigende organisaties en het houden van de hearings over de ruimtelijke plannen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 1453