- 2 - bijl. nr263 In 1977 heeft de StAR uitgebracht de nota "Een StAR is nog geen inspraak"*. Hieruit blijkt, dat het grootste probleem in het functioneren van de StAR is gelegen op het vlak van de inspraak en in de brugfunctie tussen bestuur en bestuurders. De steeds verdergaande vraag naar inspraak alsmede de feitelijke ontwikke ling daarvan via het gemeentebestuur en het ambtelijk apparaat, hebben er onder meer toe bijgedragen, dat de StAR steeds meer werd gezien als een functionele adviesraad sec. De gedachtesynthese (functionele adviesraad en inspraakorgaan) was van de baan. Omdat op dat moment echter het gemeentelijk inspraakgebeuren nog onvoldoende was ontwikkeld, is de StAR toen toch nog blijven functioneren zoals voorheen gebeurde. De situatie was al bij al zodanig dat de StAR met een stuk onduidelijkheid en onvrede bleef zitten. De nota is door de commissie ruimtelijke ordening met de StAR besproken*, doch heeft niet geleid tot een herformulering van de taak en werkwijze van de StAR. In januari 1983 heeft de StAR uitgebracht de Nota over het functioneren van de StAR. Een exemplaar van deze nota* alsmede de reactie* daarop van ons college van 2 juni 1983 liggen voor u ter inzage. Een beknopt overzicht van de inhoud van die nota en van onze reactie en van het verdere verloop tot en met de vaststelling van de nieuwe koers van de StAR, treft u aan in ons preadvies** van 11 april 1984, dat als bijlage bij dit voorstel is gevoegd, met betrekking tot de nieuwe koers van de StAR. De reactie van ons college van 2 juni 1983 heeft geleid tot een diepgaande discussie over de koers van de StAR*. Het resultaat daarvan is neergelegd in het raadsbesluit van 24 mei 1984. U besloot toen: a. artikel 2, sub 2, d van de verordening op de Stedebouwkundige Advies raad te schrappen (intermediair tussen bestuur en burgerij); b. in te stemmen met de gewijzigde taakinvulling van de StAR, zoals weergegeven in de nota "StAR nieuwe koers" en het preadvies van 11 april 1984; c. de taak en werkwijze van de StAR rond 1 januari 1986 opnieuw door te lichten (evaluatie). 3Evaluatie en besluitvorming Op het verzoek aan de StAR criteria aan te dragen op basis waarvan een evaluatie van de nieuwe koers van de StAR zou kunnen plaatsvinden, reageert de StAR bij brief van 5 november 1985* als volgt: a. de StAR krijgt geen of nauwelijks verzoeken om te adviseren over algemene onderwerpen zoals in de nieuwe koers aangegeven; b. het komt de StAR voor, dat de gemeente zo weinig behoefte heeft aan adviezen van een door haarzelf ingestelde adviesraad; ook de respons vanuit de commissie en fracties is in de afgelopen tijd minimaal geweest c. het tijdig verstrekken van relevante informatie door de gemeente laat te wensen over; d. het vermoeden bestaat, dat de StAR niet geheel serieus wordt genomen door de gemeente, hetgeen leidt tot demotivatie en verlies van leden; e. de StAR is van mening, dat de adviesraad vanuit zijn specifieke deskundigheid een ondersteunende en onderbouwende functie kan ver vullen bij de totstandkoming van de ruimtelijke vormgeving;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 1455