aan de raad der
gemeente Breda
BJZ/8612163
Bijlage nr. 286
Voorstel van burgemeester en wet
houders met betrekking tot de
(hernieuwde) vast-stelling van
de verordening plaatselijke
omstandigheden Winkelsluitings
wet 1976.
De door Uw raad op 20 augustus 1981 vastgestelde en op
1 november 1981 in werking getreden verordening plaatselijke
omstandigheden Winkelsluitingswet 1976* komt gelet op artikel
9, vierde lid, van genoemde wet, op 1 november 1986 van rechts
wege te vervallen.
De in genoemde verordening vervatte vrijstellingen en onthef
fingsmogelijkheden voorzien kennelijk in een behoefte. Gelet
op deze omstandigheid achten wij het gewenst, dat deze vrij
stellingen en ontheffingsmogelijkheden ook gedurende de komende
periode van vijf jaar gelden. Daartoe is vereist, dat Uw raad
opnieuw de genoemde verordening vaststelt. Deze verordening kan
inhoudelijk gezien identiek zijn aan de thans nog geldende
verordening
Over ons voornemen om Uw raad onderhavig voorstel te doen
hebben wij, overeenkomstig artikel 13, tweede lid, van genoemde
wet de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Westelijk Noord-
Brabant gehoord. De Kamer van Koophandel stemt blijkens haar
brief van 12 augustus 1986* in met dit voorstel.
Gelet op een en ander stellen wij U voor om de verordening
plaatselijke omstandigheden Winkelsluitingswet 1976 (opnieuw)
vast te stellen en wel conform bijgevoegd concept-besluit.
De commissie economische zaken en werkgelegenheid kan zich met
dit voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
F.M. Feij burgemeester.
H.S. van Asperen secretaris.
Ligt ter visie.