gemeente Breda
<^~iorxP
Bij bijlage nr. 286
De raad van de gemeente Breda;
overwegende, dat de verordening plaatselijke omstandigheden
Winkelsluitingswet 1976, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van
20 augustus 1981 (bijlage nr. 305 II), op grond van het bepaalde
in artikel 9, vierde lid, van die wet met ingang van 1 november
1986 van rechtswege zal vervallen;
dat er op grond van plaatselijke omstandigheden aanleiding blijft
dat vrijstellingen worden verleend van de Winkelsluitingswet
1976;
dat er bovendien plaatselijke omstandigheden zijn welke
aanleiding geven burgemeester en wethouders de bevoegdheid te
verlenen om in de gevallen in deze verordening aan te wijzen, en
met inachtneming van de daarin te stellen regelen, op daartoe
strekkend verzoek, ontheffing te verlenen van de Winkelsluitings
wet 1976;
gehoord de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Westelijk-Noord-
Brabant te Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op het bepaalde in artikel 9, tweede lid, van de Winkel
sluitingswet 1976;
besluit
vast te stellen de volgende verordening op de plaatselijke
omstandigheden
Artikel 1
Begrips- In deze verordening wordt verstaan onder:
bepaling a. wet de Winkelsluitingswet 1976;
b. stadsdeel: een wijk als bedoeld in de verordening
verdeling van de gemeente Breda in
wijken en buurten.
Artikel 2
Toeristen- Van de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid
seizoen onder b. en c. van de wet worden, ten behoeve van
het voor het publiek geopend hebben van winkels
waarin uitsluitend of in hoofdzaak chocolade en/of
suikerwerk, sigaren, sigaretten en/of tabak, onder-