- 4 -
bijl. nr. 306
Appellant stelt de volgende verlangde wijziging voor door de tekst aan te
vullen met: - gemeten boven het gemiddelde maaiveldpeil van het
aansluitend afgewerkt terrein in de voorgevelbouwgrens
- daar waar in eenzelfde voorgevelbouwgrens aanzienlijke verschillen
optreden in het maaiveldpeil dient het laagste maaiveldpeil als maatstaf
te worden aangehouden.
Met betrekking tot artikel 4, II, lid 6 sub a/artikel 5, II, lid 6 sub a,
stelt appellant als verlangde wijziging voor: Burgemeester en wethouders
verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6, moet zijn "lid 5".
Met betrekking tot het bepaalde in artikel 6, I, lid 1 t/m 4 is appellant
van oordeel dat, doordat voor de voor deze bestemming aangewezen gronden
(aan de noord- en zuidzijde van het Laagbos) uitsluitend een voorgevelbouw
grens is bepaald alsmede het maximum aantal bouwlagen en de maximum hoogte,
het onduidelijk is op welke plaats ën in welk volume mag worden gebouwd.
Appellant stelt als verlangde wijziging voor:
bebouwingsstrook aangeven;
- verplichting opleggen tot het bouwen in de voorgevelbouwgrens (géén
verschuiving mogelijk);
overschrijding van de voorgevelbouwgrens is niet toegestaan;
vastleggen van de bestemming "erf" (met bebouwingsmogelijkheden, zoals
b.v. bijgebouw) ën de bestemming "tuin" (zonder bebouwing);
goothoogte, aantal bouwlagen, dakvorm;
- goothoogte, bijgebouw max. 2,50 m; dakhelling bijgebouw max. 45°.
Met betrekking tot het bepaalde in artikel 6, II, lid 6 sub a stelt
appellant als verlangde wijziging voor:
Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6,
moet zijn "lid 5".
Met betrekking tot het creëren van de bestemming kantoren is appellant van
oordeel, dat de situering van een dergelijke voorziening aan het begin/eind
van een buurtverzamelweg om een aantal hem moverende redenen erg ongelukkig
is
Appellant stelt als verlangde wijziging voor:
het aangegeven perceeloppervlak (nu 7.500 m2) verkleinen tot
4.000 m2, zodat de schaal van de mogelijke bebouwing wat beter
aansluit bij de andere bebouwing;
- aantal bouwlagen 2 (bij max. hoogte 7 m) en 3 (bij max. hoogte 10 m)
- kapvorm: plat, dan wel zadeldak met nokrichting evenwijdig aan de weg;
hoogte dient te worden bepaald in de voorgevelbouwgrens;
- parkeernorm aangeven: aantal parkeerplaatsen gerelateerd aan vloer
oppervlakte-arbeidsplaatsen-bezoekers
bouwwerken géén gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming "kantoren"
maximaal 3.00 m hoog.
Het college van burgemeester en wethouders vrijstellingsmogelijkheid bieden
tot het toestaan van dergelijke bouwwerken met een grotere hoogte, zulks ter
beoordeling van het college.
Met betrekking tot het bepaalde in artikel 16, lid 3 sub b en sub c:
vrijstellingsbevoegdheid, is appellant van mening, dat de termijn van
14 dagen om schriftelijke bezwaren in te dienen tegen de gebruikmaking van
deze bevoegdheid aan de krappe kant is.