- 5 -
bijlage nr. 306
De door appellant verlangde wijziging is:
- in de publikatie bekendmaken, waarom van de vrijstellingsbevoegdheid
gebruik wordt gemaakt;
- naast publikatie en "aanplakken" overgaan tot aanschrijving van direct
omwonenden
de termijn van indiening bij het college van burgemeester en wethouders
van schriftelijke bezwaren stellen op 4 weken.
Appellant merkt op, dat op grond van het Verdrag van Rome zendamateurs/
ontvangers in de gelegenheid moeten worden gesteld signalen te zenden/
ontvangen. Daartoe zijn vaak omvangrijke bouwsels noodzakelijk.
Tevens is een uitbreiding van de parkeerfaciliteiten voor de gerealiseerde
uitbreidingen van panden aan de Spank b.v. (dokterspraktijken) en (kantoor
aan huis) dringend noodzakelijk.
Ad 4
Appellant maakt met name bezwaar tegen de wijze waarop de thans nog open
liggende terreinen aan weerszijden van het Laagbos (de percelen 1474 en 1499)
zijn ingevuld.
Appellant is van oordeel dat door de geplande bestemming woondoeleinden Wo
zowel aan de noordzijde van het perceel sectie nr. 1499 als aan de zuidzijde
van perceel sectie nr. 1474 gelegen aan het Laagbos een zeer massale en
volumineuze bebouwing geprojecteerd is. Vanuit planologisch oogpunt past een
dergelijke bebouwing geenszins in de reeds gerealiseerde woonbuurt Hazenberg.
Bij realisering van de geprojecteerde bebouwing krijgt het Laagbos moge
lijkerwijs wel een specifiek karakter, doch in negatieve zin.
Appellant is van oordeel dat de min of meer symmetrische planopzet van
massieve bebouwing zonder tussenliggende groenvoorziening aan het plein een
disoriënterend verwezen karakter geeft dat doet denken aan achterhaalde
planologische concepten.
Appellant is van oordeel, dat waar het thans geprojecteerde hoofdbebouwings-
vlak reeds ten opzichte van de percelen nr. 1522 t/m 1524 tot onaanvaardbare
consequenties leidt, zulks temeer het geval is ten aanzien van de percelen
nr. 1475 t/m 1481. De bebouwing en de tuinen van deze percelen zullen
volledig of in belangrijke mate schuil gaan achter de hoog opgaande en ver
uitstekende bebouwing op perceel nr. 1474.
Met name des middags en in de vooravond, wanneer de zon zich naar het westen
wendt, zullen met name de percelen nrs. 1475 en 1476 in het donker schuil
gaan.
Appellant is van mening dat zowel ten aanzien van het Laagbos als ten aan
zien van de nevenliggende percelen slechts een groenvoorziening op perceel
nr. 1474 een planologisch verantwoorde bestemming is.
Appellant is van oordeel dat de bestemming groenvoorziening op de percelen
nrs. 1474 en 1499 ook is geïndiceerd op grond van de ten deze door de
gemeente jarenlang gewekte verwachtingen.
De gemeente heeft jaren geleden, toen het er om ging om reclame te maken
voor het wonen in de Haagse Beemden, geen gelegenheid onbenut gelaten om op
wervende wijze het begrip "Haagse Beemden groenstad" te introduceren.
Appellant is van oordeel, dat de reeds lang gekoesterde wens van de gemeente
om aan weerszijden van het Laagbosplein een flat te plaatsen, niet past in
de architectonische opzet van de buurt Hazenberg, die uitsluitend bestaat
uit laagbouw eengezinswoningen.