- 7 -
bijl. nr. 306
Tevens werd appellanten medegedeeld, dat zij schriftelijk zouden worden
geïnformeerd zodra het ontwerp-bestemmingsplan ter visie zou worden gelegd.
Dat dit niet is gebeurd is een omissie onzerzijds geweest.
Ons college is van oordeel dat de geplande woningbouw op voldoende afstand
gelegen is van de reeds gerealiseerde woningbouw.
Bovendien stellen wij u voor de bebouwingsgrens nog enigszins naar achteren
te verleggen, zodat de afstand van de woning van appellanten tot de geprojec
teerde nieuwbouw wordt verruimd. Deze bedraagt dan 11 m.
De plankaart is dienovereenkomstig aangepast.
De toetreding van zon- en daglicht zal worden gewaarborgd door toetsing van
de bouwaanvrage van de geprojecteerde woningbouw aan de in de gemeentelijke
bouwverordening gestelde eisen.
Betreffende het bezwaar tot vermindering van groen stellen wij dat dit niet
juist is, omdat het onderhavige perceel nooit een groenbestemming heeft
gehad, doch steeds voor woondoeleinden is voorbestemd geweest.
Ad 3.
Met betrekking tot de ingediende bezwaren merken wij op dat de bescherming
en bevordering van architectonische waarde een zaak van welstand is en niet
geregeld wordt in een bestemmingsplan.
Het nader detailleren van de goothoogte en de bebouwingshoogte en het aan
geven van dakhellingen en een bebouwingsstrook hebben bovendien tot gevolg
dat het bestemmingsplan zeer inflexibel en star wordt, hetgeen toekomstige
ontwikkelingen zal belemmeren. De in het bestemmingsplan opgenomen bepalingen
met betrekking tot hoogte en bebouwingsgrenzen zijn zodanig dat aanvaardbare
ontwikkelingen mogelijk zijn. Niet kan gesteld worden dat deze bepalingen
disharmoniërende bebouwing mogelijk maken.
Aangaande het bezwaar van appellant dat de onderbouw niet wordt meegerekend
als bouwlaag, kan worden opgemerkt dat bergingen wel worden meegeteld en
dat bovendien een maximumhoogte is aangegeven.
Met betrekking tot het bezwaar van appellant betreffende het bepaalde in de
voorschriften van het ontwerpplan onder artikel 2, lid 2 sub a, merken wij
op dat deze regeling hetzelfde beoogt als de door appellant voorgestelde
wijziging.
Verder merken wij op dat de bepalingen zo geformuleerd zijn dat het bestem
mingsplan flexibel is zonder alles volledig vrij te geven.
De plaats van de geplande woningen is duidelijk en kan alleen variëren
binnen een afstand van 5 m van de voorgevelbouwgrens
De toetreding van zon- en daglicht wordt gewaarborgd door de bepalingen van
de gemeentelijke bouwverordening bij de beoordeling van de bouwaanvragen
voor de geprojecteerde woningbouw.
De bestemmingen kantoren en woningen verdragen zich zeer zeker wel met
elkaar en zijn beslist geen strijdige bestemmingen. Er is een bebouwings
percentage van 60% op de plankaart vermeld en een maximale bouwhoogte van
respectievelijk 7 en 10 meter. Inpassing op het onderhavige terrein is dus
zeer wel mogelijk, terwijl de vormgeving aan welstandseisen zal worden
getoetst
Het aantal bouwlagen correspondeert met de toegestane bouwhoogte. Een ver
kleining van het perceeloppervlak van 7.500 m2 tot 4.000 m2 achten wij
dan ook niet nodig.