- 2 - bijl. nr. 315 De gepresenteerde variant C geeft géén aansluiting voor Breda-west op RW 16 en was derhalve niet aanvaardbaar. Vooralsnog werd er van uitgegaan dat het niet tot de mogelijkheden behoorde dat tegelijk met de reconstructie conform variant C voor rekening van het rijk de Westtangent voor de ontsluiting van Breda-west aangelegd zou kunnen worden. De in variant B opgenomen aansluiting vraagt veel omrijden en is daardoor niet dicht genoeg om alle risico's voor sluipverkeer door de woonwijken uit te bannen. Daarop is door ons in overleg met de provincie als variant op variant C een nieuwe variant D ontwikkeld, waarbij ter plaatse van de huidige aanslui ting "Princeville" een directe aansluiting op RW 16 was opgenomen. In december 1985 besloot uw raad: - in te stemmen met de door Rijkswaterstaat voorgenomen reconstructie van de aansluiting van RW 16 op de weg Breda/Etten-Leur tot een volwaardige autosnelwegaansluiting, waarbij de in het geding zijnde variant A volstrekt buiten beschouwing dient te blijven; de Raad van de Waterstaat te verzoeken beide variantaansluitingen B en D, alsmede de mogelijkheden voor de aanleg van de Westtangent in combi natie met variant C verder uit te werken, mits het rijk volledig de daaraan verbonden kosten voor zijn rekening zal nemen en deze daarna ter nadere beoordeling en besluitvorming aan uw raad voor te leggen. In het daaropvolgend overleg is gebleken dat mede uit financiële overwegingen de aanleg van variant C in combinatie met de aanleg van de Westtangent niet tot de mogelijkheden behoorde. Door Rijkswaterstaat is daarop een nadere vergelijkende studie gemaakt van de uitgewerkte variant D (de zogenaamde varianten El en E2 met de varianten A en B en de op verzoek van ons college uitgewerkte sterk in elkaar geschoven variant A (de varianten F1 en F2 Teneinde niet in herhaling te vervallen wordt voor het vergelijken van deze varianten en het afwegen van belangen verwezen naar deze nota Met de conclusie van Rijkswaterstaat dat mede gezien de kosten de keuze in feite beperkt kan worden tussen de varianten F2 en A ruimer opgezette variant F2) kunnen wij instemmen. Beide oplossingen hebben in ieder geval een goede aansluiting voor Breda-west en trachten zoveel mogelijk de bebou wing aan de Liesboslaan en de huidige verkeersstructuur te sparen. Omdat er géén principieel verschil qua oplossing tussen beide varianten is maar beide oplossingen wel belangrijke verschillen laten zien in gevolgen voor hen, die ter plaatse wonen (wel/niet aankopen van grond of huis, veel of weinig geluidsoverlast, visueel meer of minder storend e.d.) hebben wij gemeend er goed aan te doen de direct belanghebbenden nader te informeren en hun mening te peilen. Hiertoe is een inspraakavond belegd op 26 juni 1986 in "De Kloek" aan het Liesbos. Op deze avond werd door de bewoners aangedrongen om in ieder geval op korte termijn een definitief besluit te nemen zodat er eindelijk een eind komt aan de onzekerheid en ieder weet waar hij aan toe is en zijn plan kan trekken. Na afloop van de inspraakavond zijn nog een 35-tal schriftelijke reacties binnengekomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 1640