aan de raad der gemeente Breda rSOr Wlz/8610777 24-9-1986 Bijlage nr. 326 Voorstel van burgemeester en wet houders tot het beschikbaar stel len van herbezettingsgelden voor gesubsidieerde instellingen. Bij schrijven d.d. 5 november 1985 heeft de minister van W.V.C. bekend gemaakt dat de rijksbijdragen met ingang van 1986 zullen worden verhoogd met 2% voor herbezettingsgelden in de welzijnssector Door de minister wordt er met klem op aangedrongen dat de be rt schikbaar gestelde gelden worden benut voor het scheppen van werkgelegenheid Daarbij waren werknemers die 32 uur per week of minder werken en die dat wensen in de gelegenheid te stellen hun werktijd aan te vullen tot die omvang zoals die voor 1 augustus 1985 was en daarbij dan het salaris evenredig wordt aangepast. Naar aanleiding van bovengenoemd schrijven van de minister hebben wij een enquête gehouden bij gesubsidieerde instellingen om na te gaan in hoeverre werknemers met een arbeidsduur van 32 uur per week of minder (voor 1-8-1985) gebruik wensten te maken van de mogelijkheid tot het zogenaamde opplussen. Ons uitgangspunt was dat deze regeling niet meer zou mogen kosten dan de regeling zoals deze geldt voor ambtenaren van de gemeente Breda. De enquêteformulieren zijn nagenoeg allemaal teruggestuurd en hieruit valt het volgende op te maken: a. werknemers gaan op grote schaal gebruik maken van de regeling b. instellingen willen voor wat betreft het opplussen vasthou den aan de regeling in de C.A.O. welzijnswerk. Het verschil tussen de door de gemeente Breda gehanteerde metho de en de C.A.O. welzijnswerk zit in het feit dat bij de gemeen te Breda werknemers met een arbeidsduur van 32 uur per week of minder een salarisverhoging is aangeboden in plaats van compen satie of minder uren per week. De C.A.O. welzijnswerk geeft bij opplussen de mogelijkheid om met een salarisverhoging meer uren als voorheen per week te werken waarbij het recht op compensatie blijft bestaan. Opgezette rekenvoorbeelden geven aan dat financieel gezien beide systemen zeer gering van elkaar afwijken (+/- 0,2 tot 0,5*).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 1697