nt worden dat het in casu om een monument gaat, doch
e- die belangenafweging begint dan pas.
ng
r- 9. De belangen van de appellanten zijn evident: het
pand heeft een aantal jaren leeg en te koop ge
staan, zonder dat een koper te vinden was. Uitein-
et delijk heeft appellante sub 1, als dochter van de
dt hypotheekhoudster (de Amrobank) het pand ingekocht
is en vervolgens weer doorverkocht aan appellante sub
an 2. Dit alles is reeds enkele jaren geleden gebeurd,
n, De mogelijkheden om tot een rendabele exploitatie
de y van het pand te komen zijn alle onderzocht en alle
ie- denkbare oplossingen komen niet in aanmerking. De
>nd enige mogelijkheid is, om het pand geheel af te
breken en vervolgens ter plaatse iets nieuws te
bouwen. Te dien einde hebben appellanten dan ook
isu zoals hiervoor omschreven uitvoerige contacten met
il- de gemeente gehad.
:n-
an Gezien deze voor de hand liggende en duidelijke
en belangen, waar verweerder alleen maar enkele gra-
id- tuite opmerkingen tegenover heeft gesteld, dient
het belang van de monumentenzorg te wijken en het
pand derhalve van de lijst te worden geschrapt. De
iny hierboven bedoelde gratuite opmerkingen van ver
te weerder betreffen de passage in het genoemde stuk
rer (genummerd 860673) op bladzijde 5, vierde alinea,
de waar wordt aangegeven dat uit een ingesteld "glo-
m- baal onderzoek" terzake door het gemeentelijk
jl grondbedrijf zou zijn gebleken dat een zinvolle en
de economisch verantwoorde bestemming "niet als uitge-
:el sloten mag worden geacht". (Merk reeds op, dat de
constatering negatief is geformuleerd).
-8-