voor een bouwerguming is ingediend, met de realisatie
van haar plannen spoedig een begin wil maken, blijkende uit
het feit dat bij schrijven van 21 april 1956 namens eigena
resse door Kim Vastgoed E.V. vergunning is gevraagd voer de
sloop van Sunny Cottage;
cat voor de sloop var. Sunny Cottage toestemming nodig is
als bedoeld in artikel 56 van de Woningwetalsmede vergun
ning ais bedoeld in artikel 304, eerste lid, var de gemeen
telijke bouwerordening, beide te verlenen door ons college;
dat het belang, gelegen in het handhaven van een pand met
- zoals aanstonds zal blijken - monumentale waarde zoals
Sunny Cottage, in het kader van de beoordeling van een ver
zoek om toestemming als bedoeld in artikel 56 van de woning
wet, op zichzelf geen darwel onvoldoende gewicht in de schaal
kan leggen;
dat dit eveneens geldt bij het beoordelen van de vraag, of
de sloopvergunning op grond van de bouwverordening wel of
niet moet worden verleend, gezien de in artikel 305c, eerste
lid, vermelde weigeringsgronaen en aangenomen dat aan de in
sub a. genoemde waarborgen kan worden voldaan;
dat bedoeld belang, bij de behandeling te zijner tijd van de
eventueel nog in te dienen aanvraag voor een bouwer gunning,
evenmin volwaardig mee zal kunnen wegen in de welstandsbeoorde
ling van het nieuwe bouwplan, daar uit artikel 48 van de 'Woning
wet in-samenhang met artikel 34, eerste lid, van de bouwerorde
ning blijkt dat - aangenomen dat er zich geen overige weigerings
gronaen zullen voordoen - de gevraagde bouwerguming niet kan
worden geweigerd als wordt voldaan aan redelijke eisen van wel
stand
dat artikel 34 van de bouwerordening er immers op gericht is om
te voorkomen dat er bouwwerken ontstaan cie wegens hun ontsie
rende karakter niet acceptabel zijn;
dat dit ontsierende karakter geacht wordt niet aanwezig te zijn
indien moet worden vastgesteld cat aan eisen van welstand wordt
voldaan, welke onder omstandigheden als redelijk kunnen 'worden
beschouwd
dat wat in casu als redelijk moet werden beschouwd weliswaar in