een (betaald-)voetbalwedstrijd te rekenen. Deze artikelen zijn echter tot dusverre in de praktijk niet als zodanig toegepast. Hoewel bij een volledige toepassing van voormelde artikelen een nadere wijziging van de APV niet strikt nodig zou zijn, achten wij het ter aansluiting op de landelijke ontwikkelingen in dit verband noodzakelijk om toch een "speciale" bepaling in de APV op te nemen met betrekking tot de betaald-voetbalwedstrijden. Op deze wijze kan bovendien ook in Breda worden ingespeeld op de jurisprudentie, die zich ongetwijfeld rond de toepassing van deze bepaling zal gaan ontwikkelen. Wij stellen IJ dan ook voor om artikel 34a in de Algemene politieverordening 1978 in te voegen. Dit artikel sluit goeddeels aan op de LOV-bepaling (met enige gelijkschake ling met de evenementenbepalingen)Wel is er sprake van een verschil in het verbodscriterium: - 10V-model: "vrees voor het ontstaan van ernstige versto ring van de openbare orde en veiligheid" - artikel 31zesde lid van de APV: "in het belang van de openbare orde en veiligheid" Wij achten de problematiek in Breda thans niet zodanig afwijkend van die in andere grotere steden met betaald-voetbaldat nu van het landelijk gehanteerde model zou moeten worden afgeweken. Wel stellen wij ons voor om met de voorgestelde wijziging enige tijd (ook op landelijk niveau) ervaringen op te doen, waarna nader zou kunnen worden bezien of enige aanpassing (uitbreiding) is vereist. Resumerend stellen wij U voor om, op grond van voormelde overwegingen, over te gaan tot het vaststellen van de Verordening tot wijziging van de Algemene politieverordening 1978, een en ander overeenkomstig bijbehorend ontwerp besluit (vijfde wijziging). Het LOV-model en het voorstel van de VIJG alsmede de tekst van de artikelen 30 tot en met 34 APV 1978 liggen ter inzage* De commissie Algemene Zaken kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en wethouders van Breda, ligt ter inzage.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 1789