aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 343
OW/ 8615725
15-10-1986
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
bet voeren van een civiele procedure tegen
Zandwinningmaatschappij Brabant B.V.
Bij besluit van 23 augustus 1979 heeft uw raad besloten met Zandwinning-
maatschappij Brabant B.V. en C.J. van Alpben een overeenkomst aan te gaan
inzake grondtranscaties in bet gebied van de Galderse Meren.
Het betreffende raadsvoorstel, raadsbesluit en contract uit 1979* liggen
voor u ter visie.
Omdat de Zandwinningmaatscbappij Brabant B.V. baar verplichtingen uit het
contract met uitzondering van de aankoop van zand als bedoeld in artikel 4
van het contract, ook na herhaalde verzoeken niet wenste na te komen, hebben
wij de stadsadvocaat opdracht gegeven ter zake de noodzakelijke juridische
stappen voor te bereiden en te ondernemen.
Inmiddels is de gerechtelijke procedure voor de rechtbank in werking gezet.
In het kader van die procedure wordt overigens wel gestreefd naar een
minnelijke oplossing. Mocht deze worden bereikt, dan zal deze aan u worden
voorgelegd.
Uit het samenstel van wettelijke en gemeentelijke delegatiebepalingen is
ons gebleken, dat uw raad het voeren van het onderhavige rechtsgeding dient
te bekrachtigen voor het geval de bij de rechtbank aanhangige zaak moet
leiden tot een uitspraak van de rechtbank.
Op grond van het bovenstaande stellen wij u voor alsnog te besluiten tot het
voeren van een rechtsgeding jegens Zandwinningmaatschappij Brabant B.V.
terzake nakoming van genoemd contract uit 1979.
De commissie ruimtelijke ordening en grondbedrijf is over dit voorstel
schriftelijk geïnformeerd.
Burgemeester en wethouders van Breda,
F.M. Feij
burgemeester
H.S. van Asperen
secretaris
ter visie