IV De woonwinkel In 19B4 is de stichting woonwinkel in het leven geroepen ter stimulering van de partikuliere woningverbetering. De subsidiering vindt plaats uit het fonds Stadsvernieu- wi ng Daarom gaan wij ook inhoudelijk op de aktiviteiten van die stichting in. Eind 1983, begin 1984 is, in aansluiting op "de Nota Stand van Zaken Stadsvernieuwing sept./okt. 1983", met als adviseur SDABdoor de gemeente overleg opgestart met de in de stadsvernieuwingsgebieden werkende buurt organisaties over de oprichting van een stichting woon winkel Door de buurtorganisaties is een bestuur samengesteld. Dat bestuur heeft op 23 mei 1984 de statuten van de stichting woonwinkel laten passeren. Bij raadsbesluit van 28 juni 1984 is met deze stichting een overeenkomst aangegaan om de stichting financieel in staat te stellen de partikuliere woningverbetering daad werkelijk te stimuleren. Daarbij zijn o.a. afspraken ge maakt over de verhouding tussen de stichting en het ge meentelijk apparaat. In de loop van het eerste half jaar van 19B5 is met het bestuur van de stichting overeenstemming bereikt over het onderbrengen van de derde energiedeskundige bij de stichting. Op grond van de overeenkomst heeft het bestuur van de stichting woonwinkel bij brief van 16 oktober 1985 het werkplan en de begroting 1986 en een wijziging van de begroting 1985 aangeboden. Artikel 4 van de samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat ons kollege de begroting (1986) binnen drie maanden na indiening al of niet moet goedkeuren. 1Funktioneren woonwinkel in opstartfase (eind 1984/ begin 1985) In de opstartfase is gebleken dat de woonwinkel aan een grote behoefte voldoet. In de opstartfase waren 60 daadwerkelijke verbete ringen per jaar gepland. Dit aantal moet eerder dan verwacht worden verhoogd tot 100. Het streven van de woonwinkel is primair gericht op verbetering van het "casco". Dit heeft enerzijds tot gevolg dat in het algemeen een grotere klaim op de "subsidiepotwordt gelegd. Anderzijds heeft dit systeem van werken met name op lange termijn tot gevolg dat ten aanzien van de verbeterde woningen minder snel tot ingrijpende verbeteringen moet worden overgegaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 181