"bij bijl. nr. 332
- A -
Artikel 8:
1. Het in het onderhavige plan te bebouwen terrein, zoals in de
considerans omschreven, zal door de gemeente aan kopers in
bouwrijpe staat worden opgeleverd en in woonrijpe staat als
hierna vermeld, het voorgaande in die zin dat het terrein geschikt
is overeenkomstig de daaraan gegeven bestemming(en) te worden
gebruikt
Onder oplevering in bouwrijpe staat wordt ten deze tenminste
verstaan:
a. het opruimen van het terrein, waaronder begrepen het verwij
deren van de wegbedekking/bestrating, eventueel aanwezige
groenvoorzieningen en voorzieningen voor straatverlichting
alsmede deze zelve en tevens het (doen) verwijderen en/of
(doen) verleggen van kabels en leidingen;
b. behoudens het onder a. bepaalde dient het terrein ook
overigens vrij te zijn van boven- en ondergrondse obstakels;
c. de aanleg en/of verplaatsing van hoofdriolering(s) werken
voor de hemel- en vuilwaterafvoermet dien verstande dat
gemelde buizen en/of leidingen c.a. verplaatst dienen te
worden voorzover deze het realiseren van de onderhavige
bebouwing (kunnen) hinderen of in de weg (kunnen) staan,
tevens zal de gemeente in overleg met de nutsbedrijven en de
P.T.T. bevorderen dat deze ten tijde van de datum van
bouwaanvang de hoofdleidingen voor (stadsverwarming) water,
elektriciteit, P.T.T. en de centrale antenne inrichting
zullen aanleggen en/of verplaatsen met dien verstande dat
gemelde buizen en/of leidingen c.a. verplaatst dienen te
worden voorzover deze het realiseren van de onderhavige
bebouwing (kunnen) verhinderen of in de weg (kunnen) staan.
Partijen kunnen de in dit lid c vermelde tijdstippen in
gezamenlijk overleg wijzigen wanneer de omstandigheden daar
aanleiding toe geven;
d. de gemeente zal de verkochte percelen grond opleveren ten
tijde van de start van de bouw op een hoogte van 1.50 +m
N.A.P.;
e. de gemeente garandeert de bereikbaarheid van het bouwterrein
en draagt er zorg voor dat dit terrein door zogenaamde
bouwstraten wordt ontsloten.
Onder oplevering in woonrijpe staat wordt ten deze tenminste
verstaan:
f. de gemeente zal, in overleg met de nutsbedrijven, bevorderen
de tijdige aanleg en/of de vernieuwing van de leidingen voor
(stadsverwarming) elektriciteit en water (zogenaamde huis
aansluitingen) alsmede de huisnummeringen. De gemeente zal
voorts de tijdige aanleg bevorderen van P.T.T. en C.A.I.-
aansluitingen. Een en ander overeenkomstig de gebruikelijke
aansluitvoorwaarden;
g. de tijdige aanleg van de openbare verlichtingen direct
bij/op of aan het gebouwde en de brandkranen met de daarbij
behorende leidingen;