behoort bij bijlage nr. 335 30. In de gevallen als omschreven onder de bepaling 12 van deze overeenkomst wordt de overeenkomst door partijen als geëindigd beschouwd voorzover het de desbetreffende bouwfase betreft. 31. De overeenkomst zal na voorafgaande ingebrekestelling, doch zonder rechterlijke tussenkomst als geëindigd kunnen worden beschouwd, ingeval een der partijen een of meer van de haar krachtens deze overeenkomst opgelegde verplichtingen niet, niet-tijdig, of niet behoorlijk nakomt. 32. Bij beëindiging van deze overeenkomst, als omschreven in de bepalingen 29, 30 en 31 zal géén der partijen op enigerlei wijze tot vergoeding van kosten en/of schade zijn gehouden, tenzij er sprake is van opzet of grove nalatigheid. Geschillen 33. Alle geschillen, die naar aanleiding van of in verband met deze over eenkomsten of van overeenkomsten ter uitvoering van de onderhavige overeenkomst tussen partijen of hun rechtverkrijgenden mochten ontstaan, zowel juridische als feitelijke, van welke aard die ook mogen zijn, ook al worden zij slechts door één der partijen als zodanig aangemerkt, zullen met uitsluiting van de gewone rechter worden beslecht overeen komstig het Reglement van het Nederlandse Arbitrage Instituut. Een geschil in de zin van deze bepaling zal geacht worden ook aanwezig te zijn in alle gevallen waarin nadere overenkomsten ter uitvoering van de onderhavige overeenkomst, aanleiding geven tot handelingen of besluiten, waarvoor nadere wilsovereenstemming tussen partijen vereist is en deze niet bereikt is of kan worden. 34. De beslissing van de arbiter(s) zal de kracht hebben van een bindend advies, behoudens voor zover zij betrekking heeft op administratief rechtelijke rechten en verplichtingen, in welk geval zij de betekenis zal hebben van een advies. Een al dan niet subsidiaire eis tot het geven van een bindend advies omtrent vervangende schadevergoeding bij niet opvolging van eerdergenoemd advies, behoort uitdrukkelijk tot de competentie van de arbiter(s). In geval van een enkel advies zal het bevoegd orgaan van de gemeente, eventueel onder goedkeuring van toezichthebbende organen, ter zake een beslissing nemen. De arbiter(s) geeft (geven) in zijn (hun) beslissing aan indien, en zo ja in hoeverre, deze betrekking heeft op administra- tief-rechtelijke rechten en verplichtingen. 35. De bepalingen 33 en 34 laten voor partijen onverlet de mogelijkheid tot het uitlokken van een voorziening van de president van de arron dissementsrechtbank te Breda in kort geding of tot het nemen van conservatoire maatregelen. blad nr.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 1833