Artikel 20.
Koper of diens rechtverkrijgenden moeten gedogen, dat palen, lantaarn
palen, kabels, draden, isolatoren, rosetten, aanduidingsborden en pijp
leidingen, voor openbare doeleinden bestemd, op, in, aan of boven het
verkochte en de daarop opgerichte opstallen worden aangebracht en onder
houden, op de plaatsen waar en de wijze, waarop het college van burge
meester en wethouders dit nodig zal achten; omtrent bedoelde plaats en
wijze wordt tevoren met de eigena(a)r(en) overlegd; koper of diens
rechtverkrijgenden zijn verplicht al hetgeen krachtens deze bepaling
is aangebracht te laten bestaan. Het college van burgemeester en wet
houders zal in daarvoor in aanmerking komende gevallen een billijke
vergoeding voor als gevolg van de bovengenoemde gedoging werkelijk
geleden schade toekennen.
Artikel 21. Vl w
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van het recht van wederinkoop
gebruik te maken, indien door een oorzaak, niet gelegen bij de gemeente,
de realisering van het (de) bouwplan(nen) wordt gewijzigd, gestaakt of
vertraagd zonder toestemming van burgemeester en wethouders.
Alle kosten verbonden aan de gebruikmaking van het recht van wederinkoop
door de gemeente Breda zijn voor rekening van de koper.
Burgemeester en wethouders zullen van het recht van wederinkoop geen
gebruik meer maken, indien naar hun indruk het bouwplan voldoende is
gerealiseerd. De bevoegdheid om van dit recht gebruik te maken vervalt
in ieder geval zodra het goedgekeurde bouwplan is gerealiseerd.
Artikel 22.
V
De bepalingen van artikel 11, ll+, 20, alsmede dit artikel, moeten bij
elke vervreemding van het gehele voormelde onroerend goed of een gedeelte
daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op het
gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en)
of de zakelijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden bedongen ten
behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepalingen inmiddels
zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze bepalingen verbeurt de
nalatige partij, zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist,
ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100.000,