aan de raad der gemeente Breda Fb/8616130 22-10-1986 nnn? Bijlage nr. 346 Voorstel van burgemeester en wet houders tot verhoging van een aantal belastingtarieven voor het jaar 1987. In de vergadering van 13 maart 1986 heeft de toenmalige raad zich akkoord verklaard met de Kadernota 1987. Daarmede werd het globale financiële perspectief als opgenomen in bijlage E van deze nota, met de daarbij behorende specificaties beschouwd als richtsnoer voor de invulling van de ontwerp-begroting 1987. Ip Zols uit de bladzijden 28 en 29 van deze Kadernota blijkt, zullen de gemeentelijke belastingtarieven in het begrotingsjaar 1987 met 2% worden verhoogd. Volgens de in het voorjaar 1986 tot stand gekomen Kadernota 1987 was deze verhoging noodzake lijk in verband met de te verwachten prijsstijging voor dat jaar. Deze verhoging zou gezien de nadere inschatting van de prijsontwikkeling thans kunnen vervallen. Zoals wij U reeds in onze brief van 3 september 1986 nr. P/18495/A hebben medegedeeld noodzaakt de financiële situatie, mede gelet op de opdracht in het programakkoord tot een slui tende begroting, tot handhaving van een verhoging met 2%, met uitzondering zoals hierna zal blijken van de tarieven van de onroerend-goedbelastingen voor de eigenaren en het marktgeld. De behandeling van de begroting 1987 zal naar verwachting in de maand december a.s. plaats kunnen vinden. De in de Kadernota 1987 voorziene belastingmaatregelen stellen wij reeds nu aan de orde. Wij zijn daartoe genoodzaakt onder meer op grond van een circulaire van het ministerie van binnenlandse zaken van 24 augustus 1981, nr. FB 81/U626. In deze circulaire wordt aan dacht gevestigd op het rechtsbeginsel dat wetgevende maatrege len alleen voor de toekomst behoren te gelden. Daarom zullen belastingverordeningen die terugwerkende kracht beogen in beginsel niet voor koninklijke goedkeuring worden voorgedragen. Verder wordt er in deze circulaire op gewezen dat de heffing van belasting volgens een gewijzigde verordening pas geoorloofd is nadat de koninklijke goedkeuring is verleend. Dit impliceert dat bij sommige belastingen die volgens de verorde ningen worden geheven voor bewezen gemeentelijke diensten (bv. leges, marktgelden, havengelden, precariorechten) de heffing op de oude basis dient te geschieden tot het tijdstip waarop de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 1861