Bij bijlage nr.346d
- 17 -
De in het eerste, derde of vierde lid bedoelde
begroting van kosten wordt door of vanwege burge
meester en wethouders vastgesteld, uitgaande van
de door de aanvrager over te leggen raming, teke-
ning(en) en bestek(ken)Bij deze vaststelling
wordt gehanteerd het bepaalde bij artikel 15,
derde lid, onder e, van de bouwverordening.
Bij de vaststelling van de begrote kosten is de
aftrek der belasting, bedoeld in artikel 2,
juncto artikel 15 van de Wet op de omzet
belasting 1968, uitgesloten.
Bij nota wordt door of namens burgemeester en
wethouders aan de aanvrager kennis gegeven van
deze vaststelling.
Indien de bij de aanvrage om vergunning
overgelegde begroting van kosten onjuiste ge
gevens bevatwordt het bedrag van de
geraamde kosten alsnog overeenkomstig de bouw
verordening vastgesteld op een bedrag dat in
overeenstemming moet worden geacht met de reële
bouwkosten en worden de leges naar dat bedrag
berekend
Indien de in het eerste, derde en vierde lid
bedoelde vergunning, vóórdat daarvan
gebruik is gemaakt binnen een jaar na dagteke
ning, wordt ingetrokken om redenen bij de
vergunninghouder gelegen of ambtshalve wordt
ingetrokken op grond van artikel 52 van de
Woningwet wordt aan leges berekend 3/8 deel van
hetgeen krachtens het eerste lid verschuldigd
is, met een minimum van f 39,25 in voorkomende
gevallen vermeerderd met het bedrag dat op grond
van het bepaalde in het vijfde lid is verschul
digd.
Indien de gevraagde vergunning niet wordt ver
leend wordt aan leges geheven f 48,20.
Indien de gevraagde vergunning niet wordt ver
leend en het verzoek om vergunning is
gepubliceerd in een of meer dagbladen wordt
bovendien het in lid 5 bedoelde bedrag aan leges
geheven van f 210,--.
De leges bedragen voor het afgeven van een ver
gunning als bedoeld in artikel 56a van de Woning
wet (splitsingsvergunning)
per appartement f 31,90
met een minimum van f 321,--.