Bijlage nr. 347
Uit dit overzicht "blijkt, dat de gemeenten te hoge
voorschotten aan het stadsgewest hebben betaald. Voor
de gemeente Breda gaat het om een veelvoud van
f 100.000,- Als gevolg hiervan beschikt het stadsge
west structureel over een overschot aan middelen. Dit
is een ongewenst verschijnsel mede gelet op onze doel
stelling; een reëel sluitende begroting. Wij kunnen
dan ook instemmen met de in de nota van aanbieding
(blz6aangekondigde bezinning op de uitkomsten van
jaarrekeningen.
eToekomst
Wij rekenen erop, dat het stadsgewest in staat zal
kunnen zijn om voor 1 juli 1987 de resultaten met be
trekking tot de verdere ombuigingen, het meerjarenbe-
leid, de ramingsmethodiek en de rekening-resultaten
aan de deelnemende gemeenten voor te leggen.
Algemene dienst
a. ruimtelijke ordening; dorpenplannen
De in de aanbiedingsnota (blz.3) vermelde bijdragen
van provincie en betrokken gemeenten in de kosten van
de dorpenplannen zijn niet terug te vinden in de
begroting.
bfinanciën; regiogeld
De rijksbijdrage aan pre-gewesten wordt afgebouwd.
Het stadsgewest heeft tot nu toe gemeld, dat het
deze teruggang in inkomsten zelf zou opvangen.
In het kader van de ombouw van gemeenschappelijke re
gelingen (vereist in verband met de inwerkingtreding
van de nieuwe wet) stelt het rijk gedurende 5 jaar
gelden ter beschikking aan de provincies. In Noord-
Brabant worden deze gelden verdeeld over de stadsge
westen en de daaraan deelnemende gemeenten.
Het stadsgewest blijft er blijkens de aanbiedingsnota
(blz.6)nog steeds vanuitgaan, dat de gemeenten de door
hen van de provincie ontvangen regio-gelden geheel
doorsluizen naar het stadsgewest. Op deze wijze worden
de gevolgen van de teruggang in inkomsten van het
stadsgewest doorgeschoven naar de deelnemende gemeen
ten. In ons pre-advies met betrekking tot de ontwerp
begroting stadsgewest 1986* hebben wij reeds gemeld,
dat de gemeenten niet verplicht zijn om hun bijdrage
door te sluizen. Indien het stadsgewest deze doorslui
zing zou kunnen claimen, zou dit betekenen dat de re
gio-bijdrage niet ten goede zou kunnen komen van de
overige gemeenschappelijke regelingen.
- 4 -