- 2 -
II. De jaarschijf 1985 van het meerjarenplan stadsvernieuwing 1985-1989
In het kader van de behandeling van het meerjarenplan stadsvernieuwing
1985-1986 in de vergadering van de gemeenteraad op 23 januari 1985 is
toegezegd dat halfjaarlijks een rapportage zal worden opgesteld over de
stand van zaken van de in uitvoering zijnde jaarschijf.
Hiernavolgend zullen aan de orde komen:
- de beschikbare middelen in 1985, waarbij wordt aangetekend, dat van
het "oude" fonds stadsvernieuwing een totaal-overzicht wordt gegeven,
omdat daaruit in 1985 nog betalingen zijn verricht die voortvloeien
uit besluitvorming van vóór 1 januari 1985;
de stand van de jaarschijf 1985 van het meerjarenplan stadsvernieuwing
1985-1989.
A. BESCHIKBARE MIDDELEN
Het huidige fonds stadsvernieuwing, waaruit de activiteiten die in het
meerjarenplan zijn opgenomen worden gefinancierd, wordt gevormd door een
drietal geldstromen, t.w.:
1. de in het verleden in de algemene reserve geblokkeerde bedragen ten
behoeve van stadsvernieuwingsactiviteiten, aangevuld met rentebij
schrijvingen en overschotten van de post stadsvernieuwing in het
budget van de dienst openbare werken (het "oude" fonds stadsver
nieuwing)
2. het budget dat de dienst openbare werken jaarlijks bijdraagt;
3. de doeluitkering van het rijk (voor de gemeente Breda is het aandeel
8,90 o 's jaars van het rijksbudget).
Dit onderscheid is van belang - zoals reeds opgemerkt in de toelichting op
het meerjarenplan 1985-1989 - in verband met het nieuwe financieringssys
teem voor de stadsvernieuwing, dat op kasgeldbasis plaatsvindt.
Eerst zal het kasgeld (de doeluitkering van het rijk) worden gebruikt.
Daarna zullen de gemeentelijke middelen (de in de algemene reserve geblok
keerde bedragen en het budget van de dienst openbare werken) aan bod komen.
Ad_l_;_ _Het_"oude" fondjB stadsvernieuwing
Voordat er per 1 januari 1985 een wettelijk verplicht fonds stadsver
nieuwing werd gecreëerd, kende de gemeente Breda reeds een eigen fonds
stadsvernieuwing, waarin per 2 januari 1982 de bedragen zijn gestort, die
in het verleden in de algemene reserve waren geblokkeerd ten behoeve van
stadsvernieuwingsactiviteiten.
In het meerjarenplan 1985-1989 was een liquiditeitsopstelling opgenomen
van dat fonds.
Thans is een nieuwe liquiditeitsopstelling van het "oude" fonds op basis
van de gegevens per 1 september 1985 gemaakt.
Per die datum resteert in het "oude" fonds 11.969.380,49.