;aan de raad der j gemeente Breda OV/ 8616358 d.d. 29-10-1986 BIJLAGE !\R. 342 Op 1 september 1986 ls mevrouw U. Brouwer-Ehlert, wonende Hogliden 5, S.59500 Mjolby, Zweden, aangeschreven de nodige voorzieningen te treffen ter opheffing van de gebreken van de woning Spadestraat 3 en ter opheffing van gevaar en ernstige hinder ten gevolge van gebreken aan de schoorstenen. Bij brief van 12 september 1986 heeft de heer J. Jonkers, namens mevrouw Brouwer-Ehlert, voorziening gevraagd. Het beroepschrift is ingekomen binnen de in artikel 30 van de Woningwet gestelde termijn van 14 dagen. De heer Jonkers dient derhalve in zijn beroep ontvankelijk te worden verklaard. In het beroepschrift wordt het volgende naar voren gebracht: - niet ontkend wordt dat er sprake is van achterstallig onderhoud aan de woning; - reeds in 1985 is de in oktober 1985 overleden eigenaar, de heer Brouwer, bezig geweest de woning te verkopen, hetgeen niet tot het gewenste resultaat heeft geleid; - gezien de financiële omstandigheden van mevrouw Brouwer-Ehlert en haar kinderen wenst men nog steeds over te gaan tot verkoop van de woning; - als gevolg van het ontbreken van officiële stukken, welke uit Zweden, West- en Oost-Duitsland moeten komen, heeft de verkoop zijn beslag nog niet kunnen krijgen. Verwacht wordt dat deze bescheiden op korte termijn in het bezit van de notaris, Mr. Margry te Breda, zullen zijn; - de huidige huurder van de woning heeft aan de eigenaresse kenbaar gemaakt de woning te willen verkopen, echter tegen een aanzienlijk lagere prijs dan gevraagd wordt. Tevens heeft hij eigenaresse meegedeeld, dat indien men niet op zijn aanbod ingaat, men tot verkoop gedwongen zal worden door middel van een eis tot onderhoud via de gemeente of mogelijk via onbewoonbaar verklaring van de woning. Aangenomen wordt dat de gemeente zich niet met dergelijke praktijken inlaat Gedwongen onderhoud zal in deze fase van de onderhandelingen de verkoop nadelig beïnvloeden; - verzocht wordt mevrouw Brouwer in de gelegenheid te stellen de verkoop van het huis af te ronden en de beslissing dd. 1 september 1986 tot aanschrijven te willen herzien. Naar aanleiding van klachten van de bewoner over de onderhoudstoestand van de woning Spadestraat 3 is door de afdeling bouw- en woningtoezicht van de dienst van openbare werken een onderzoek ingesteld. Deze klachten zijn gegrond bevonden. Op 20 juni 1986 is mevrouw Brouwer-Ehlert verzocht de met name genoemde gebreken te herstellen, aangezien de geconstateerde gebreken van ernstige aard waren en de bewoners daarvan hinder ondervonden. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ongegrondverklaring van het beroep van J. Jonkers tegen de aanschrijving ex artikel 25 en 31 van de Woningwet betreffende de woning Spadestraat 3.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 2023