- 2 -
Bijlage nr. 348
In de exploitatieopzet is er vanuitgegaan dat op de voor uitgifte beschik
bare grond 70 woningwetwoningen kunnen worden gebouwd. In het contingent
1987 is hiermede reeds rekening gehouden.
Voor de raming van de verkoopopbrengsten is uitgegaan van het normbedrag
zoals dit door de minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en
milieubeheer is vastgesteld voor 1986: 15.210,exclusief B.T.W.
De opbrengst van de uitgeefbare grond voor de woningwetwoningen wordt aldus
berekend op 840.700,exclusief B.T.W.
Ten behoeve van de 3e fase was het nodig dat een drietal bedrijven wordt
gesaneerd c.q. verplaatst. Met twee bedrijven zijn de transacties afgerond.
Bij de aankoop van deze bedrijven zijn/worden noodzakelijkerwijs ook enkele
panden langs de Academiesingel aangekocht, die niet zullen worden gesloopt
en wederom verkocht worden.
De opbrengst van deze panden wordt geraamd op 225.000,
De kosten verbonden aan het verwerven van de benodigde gronden, het slopen
van opstallen, bouwrijp maken etc. worden geraamd op 2.276.300,
Genoemde bedragen leiden tot een nadelig exploitatiesaldo van 1.210.600,
Daar het nadelig resultaat voor de le 2e fase op dit moment wordt berekend
op f 2.232.100,betekent dit voor de le 2e 3e fase gezamenlijk een
nadelig resultaat van 3.442.700,
Opgemerkt wordt nog dat wij op grond van uw delegatiebesluiten, die op
1 april 1984 in werking zijn getreden, bevoegd zijn die rechtshandelingen
te verrichten die voor de uitvoering van de in de exploitatieopzet aan
geduide werkzaamheden noodzakelijk zijn.
Wij delen u nog mede dat wij de intentie hebben u jaarlijks een geaktuali-
seerde grondexploitatieopzet aan te bieden, waarin u de voortgang en de
mutaties ter kennis worden gebracht.
Het vorenstaande is voor ons aanleiding u voor te stellen te besluiten tot
het vaststellen van de exploitatieopzetten van Spoorbuurt-West le 2e fase
en 3e fase, alsmede tot het vaststellen van de uitgiftenprijzen en tot het
voteren van de benodigde kredieten voor Spoorbuurt-West 3e fase door vast
stelling van het bijgevoegde concept-besluit met bijbehorende begrotings
wijzigingen.
De commissie ruimtelijke ordening en grondbedrijf kan zich met dit voorstel
verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
F.M. Feij
burgemeester
H.S. van Asperen
secretaris
ligt ter visie