C. CONCLUSIES MET BETREKKING TOT DE JAARSCHIJF 1985 Aan middelen is in 1985 beschikbaar voor stadsvernieuwingsactiviteiten: 1. budget openbare werken 1985 2.376.016, 2. doeluitkering rijk 1985 7120000 Totaal 9.496.016, Daarnaast kan geput worden uit het gemeentelijk aandeel in het fonds stads vernieuwing, waarvan het saldo per 1 januari 1985 11.969.380,49 bedraagt. De raming aan uitgaven in 1985 bedraagt 16.021.918,15. Zoals hiervoor onder B al nader toegelicht en gemotiveerd overschrijdt het saldo van de (te verwachten) uitgaven in 1985 de raming, zoals opgenomen in het meerjarenplan, met 1.510.902,15. Dit wordt vooral veroorzaakt door de afrekening van de Spoorbuurt, die één jaar eerder plaatsvindt dan in het meerjarenplan was voorzien, door de overschrijding van de post woonomgeving en door het alsnog ten laste van het fonds stadsvernieuwing brengen van de kosten, verbonden aan de over gangsregeling verhuis- en herinrichtingskosten. Daarmee is ook verklaard, waarom er geen onderbesteding in 1985 heeft plaatsgevonden. Tevens dienst geconstateerd te worden, dat de afrekeningen van stadsver nieuwingsactiviteiten sneller plaatsvinden dan bij de opstelling van het meerjarenplan 1985-1989 was gedacht. Worden de ramingen, die opgenomen zijn als "te verwachten uitgaven" in het overzicht op pagina 5, werkelijke uitgaven in 1985, dan betekent dit dat niet alleen de doeluitkering van het rijk en het budget van de dienst van openbare werken volledig worden gebruikt, maar dat ook een bedrag van ü.525.902,15 aan het gemeentelijk aandeel in het fonds dient te worden onttrokken 16.021.918,15 - 9.496.016,--). Daarmee zou er in dat deel van het fonds een bedrag van 5.443.478,34 resteren 11.969.380,49 - 6.525.902,15). Hoewel een definitief financieel beeld van 1985 - zoals hiervoor al meerdere malen betoogd - eerst na 1 januari 1986 gegeven kan worden, dienen enkele maatregelen te worden getroffen om te voorkomen dat de komende jaren stadsvernieuwingsactiviteiten kwantitatief snel zullen afnemen. Gedacht wordt aan de volgende: 1. In 1985 zullen alleen afrekeningen dienen plaats te vinden tot maxi maal het in de jaarschijf 1985 van het meerjarenplan stadsvernieuwing 1985-1989 opgenomen bedrag. Daarmee wordt voorkomen dat een te zware aanslag wordt gepleegd op het gemeentelijk aandeel in het fonds stadsvernieuwing. Dit kan worden bereikt door - indien nodig - de afrekening van Spoor- buurt-West geheel of gedeeltelijk door te schuiven naar 1986, waar het oorspronkelijk ook was opgenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 203