Bijlage nr. 378 4De bedrijfseconomische evaluatie Het voorstel van het rijk houdt in dat de bijdrage van 1983 ongewijzigd qua omvang wordt uitbetaald tot het Jaar 2000 en contant gemaakt tegen een rentepercentage van 6%. De con tante waarde hoogte van de afkoopsom) bedraagt f 858.043,25. Dit bedrag dient afgewogen te worden tegen de contante waarde van de rijksbijdrage bij de huidige regeling. Geconstateerd kan worden dat de rijksbijdrage een dalende tendens vertoont door het gecummuleerde positieve verschil tussen de jaarlijkse huurverhoging en de stijging van de variabele lasten. Dit verschil is als volgt te kwantificeren (begroting 1987). Jaarlijkse huurverhoging 6% van f 150.000,f 9.000, Jaarlijkse stijging vari abele lasten 3% van f 95.000,f 2850 Verschil f 6.150,— Verwacht mag worden dat de jaarlijkse rijksbijdrage met 13% van dit verschil, zijnde f 4.600,wordt afgebouwd. Het betreft namelijk een complex waar het rijk voor 13% en de gemeente voor 23% een bijdrage in het nadelige (genor meerde) exploitatieresultaat verstrekt. De contante waarde van de op deze wijze berekende rijksbijdrage bedraagt f 509.930,— Op grond van bedrijfseconomische overwegingen verdient het voorstel van het rijk om tot afkoop over te gaan, de voor keur. 5De relatie met financiële sanering van het gemeentelijk wonlngbedrij f De financiële situatie van het gemeentelijk woningbedrijf vormt nog punt van overleg met het rijk. Een van de saneringsmaatregelen van het rijk vormt het toekennen van renteloze voorschotten. Deze renteloze voorschotten kunnen door het rijk worden verstrekt- op grond van de stand van de algemene bedrijfsreserve Het storten van een afkoopsom van deze omvang in de algemene bedrijfsreserve impliceert een mogelijke verlaging van de eventuele toekenning van de renteloze voorschotten. Ons college acht dan ook een omzetting in de vorm van een jaarlijkse financiële bijdrage aan de exploitatie van het gemeentelijk woningbedrijf gewenst. De (gedeeltelijke) vervroegde aflossing van de destijds aangegane lening voor de renovatie van het complex is daartoe de aangewezen mogelijkheid. - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 2077