- 12 - IV. Het meerjarenplan 1986-1990 ARandvoorwaarden_en uit_gangs£unten In het meerjarenplan stadsvernieuwing 1985-1989 is een aantal uitgangs punten en randvoorwaarden geformuleerd, die ook voor de samenstelling van het meerjarenplan 1986-1990 nog onverkort kunnen worden gehandhaafd, te weten: 1Het begrip "stadsvernieuwing" De activiteiten, die in het meerjarenplan worden opgenomen, dienen binnen het in de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing als volgt omschreven begrip "stadsvernieuwing" te vallen: "De stelselmatige inspanning zowel op stedebouwkundig als sociaal, economisch, cultureel en milieu-hygiënisch gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied". Tevens is in genoemde Wet vastgelegd, dat de voor stadsvernieuwing van rijkswege beschikbaar gestelde middelen niet mogen worden aangewend ter dekking van rente en aflossing. Ook mag het stadsvernieuwingsfonds in principe slechts maximaal vier jaarbedragen bevatten (d.w.z. vier maal de doeluitkering van het rijk). 2. De beschikbare middelen In paragraaf III is aangegeven wat naar verwachting de komende jaren aan middelen voor stadsvernieuwing in Breda beschikbaar zal zijn. 3. Het meerjarenprogramma en het programma 1986 Het eerste jaar van het meerjarenprogramma (i.e. 1986) is - zoals in paragraaf I uiteengezet - gekoppeld aan de begroting. De activiteiten in het meerjarenplan in de daarop volgende jaren zijn indicatief aangegeven en kunnen in principe jaarlijks worden bijgesteld of zelfs geschrapt. Dit gaat echter niet voor alle activiteiten op. Voor een aantal activiteiten zijn reeds voor na 1986 verplichtingen aangegaan. Genoemd kunnen worden: activiteiten, die in de buurtbegrotingen zijn opgenomen; woonwinkel. 4. Het programakkoord 1982-1986 De beleidsvoornemens, die ten grondslag liggen aan de samenwerking tussen C.D.A., V.V.D., P.v.d.A. en D'66 in de raadsperiode 1982-1986, behelzen o.m. extra aandacht voor de stadsvernieuwing en elementen daarvan. Dit dient tot uitdrukking te worden gebracht in het meerjarenplan. Het programakkoord wijst in het kader van stadsvernieuwing op het volgende het ingezette stadsvernieuwingsproces in een zo hoog mogelijk tempo procesmatig continueren; het realiseren van integrale woonomgevingsverbeteringsplannen in concreet aan te duiden buurten in stadsvernieuwingsgebieden, renovatiegebieden en Hoge Vucht; het optimaliseren van de welzijnssituatie - het accentueren van het monumentenbeleid en het beleid met betrekking tot de verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven uit de bestaande woonwijken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 207