- 13 - Naast genoemde uitgangspunten en randvoorwaarden dienen enkele voor de stadsvernieuwing belangrijke aspecten expliciet besproken te worden. Deze betreffen met name de uitgangspunten voor het stadsvernieuwingsbeleid in zijn algemeenheid en de relatie van het meerjarenplan stadsvernieuwing met de investeringsprogramma's van de dienst openbare werken. 1Het stadsvernieuwingsbeleid in zijn algemeenheid Het begrip 'stadsvernieuwing" zoals dat tot de inwerkingtreding van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing op 1 januari 1985 werd geïnterpre teerd hield in feite alleen het inhalen van achterstandsituaties in. De Wet op de stads- en dorpsvernieuwing geeft een ruimere inhoud aan dat begrip waardoor het de laatste jaren in zwang gekomen begrip "stadsbeheer" inhoudelijk wordt benaderd. In de Bredase situatie kan de overgang van stadsvernieuwing naar stadsbeheer al enigermate onderkend worden. Stond tot voor kort de totale buurtaanpak centraal, thans verkeert deze in een afrondende fase, waarbij wel dient te worden aangetekend, dat deze afronding niet van de ene op de andere dag kan plaatsvinden maar nog enkele jaren zal uitlopen. In het meerjarenplan stadsvernieuwing 1985-1989 zijn middelen opgenomen voor de afronding van de stadsvernieuwingsactiviteiten in Spoorbuurt- West en Zandberg-West. Alleen het gebied Oud-Tuinzigt is nog opgenomen als nieuw te ontwikkelen "buurtaanpak", zij het dat de activiteiten in dat gebied zich naar verwachting vooral zullen concentreren op de woonomgeving en de bedrijven, die daar gevestigd zijn. De komende jaren zal in het stadsvernieuwingsbeleid centraal staan: de afbouw van de buurtaanpak en het voorkomen van aanwijzing van nieuwe gebieden door het beschikbaar stellen van middelen met name ten behoeve van particuliere woningverbetering, aankoop en verbetering van panden, woonomgeving en milieu. 2Het investeringsprogramma van de dienst openbare werken De besluitvorming over de Kadernota impliceerde o.m. een halvering van het investeringsprogramma van de dienst openbare werken. Dit legt een zware claim op investeringen, die gepleegd moeten worden in het kader van het rioleringsstructuurplan en rationeel wegbeheer. In het fonds stadsvernieuwing is met activiteiten, die tot heden in het investeringsprogramma van de dienst openbare werken waren opgenomen, geen rekening gehouden. Een knelpunt doet zich thans reeds voor bij het plan voor de herin richting van de woonomgeving in Zandberg. Daarvoor is in de buurt- begroting een bedrag van 1.300.000,opgenomen. De uitvoering daarvan is in overleg met de buurtorganisatie gepland in 1986 en 1987. In dat plan komt de gedeeltelijke vernieuwing van de riolering, die noodzakelijk is, niet voor. De herinrichting van de woomomgeving kan niet wachten op de besluitvorming over het rioleringsstructuur plan. Voor de gedeeltelijke vernieuwing van de riolering is een bedrag van 425.000,— nodig. De resultaten van een discussie, wat er nu wel of niet in het fonds stadsvernieuwing dient te worden opgenomen, kunnen niet worden afgewacht. Wel wordt opgemerkt, dat een structurele opname van deze activiteiten in het meerjarenplan stadsvernieuwing de voor dat plan beschikbare middelen grotendeels zou opslokken. De buurtbegroting Zandberg-West is op grond van bovengenoemde over weging verhoogd met 425.000,in 1986.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 208