aan de raad der gemeente Breda F/8617340 26-11-1986 Voorstel van burgemeester en wet houders om akkoord te gaan met de wijze waarop voor de belas tingjaren 1990 e.v. de waarde in het economische verkeer van de in de gemeente gelegen onroe rende goederen voor de heffing van de onroerend-goedbelastingen zal worden vastgesteld. Volgens de verordening onroerend-goedbelastingen 1985 worden de ft onroerend-goedbelastingen geheven naar de waarde welke aan het onroerend goed in het economische verkeer kan worden toegekend. Voor de vaststelling van deze heffingsgrondslag wordt de waarde in het economische verkeer bepaald op die welke aan het onroe rend goed dient te worden toegekend indien de volle en onbe zwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger het goed in de staat waarin het zich bevindt, onmid dellijk en in volle omvang in feitelijk gebruik zou kunnen nemen In afwijking van deze waarde wordt de heffingsgrondslag van de zogenaamde incourante onroerende goederen gesteld op de vervan gingswaarde van dat goed, bij de bepaling waarvan rekening wordt gehouden met de technische en de functionele veroudering die is opgetreden sedert de stichting van het goed, waarbij de invloed van latere wijzigingen mede in aanmerking wordt genomen. Als incourante onroerende goederen moeten ingevolge artikel 273 van de gemeentewet in ieder geval worden aangemerkt de onroe rende goederen die naar hun specifieke aard en inrichting zijn bestemd om te worden gebruikt ten behoeve van: 0 a. de openbare dienst door organen, instellingen en diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen; b. de opwekking, de produktie, het transport of de distributie van energie en energiedragers, alsmede de winning, het transport of de distributie van water; c. de zuivering van riool- en ander afvalwater; d. de winning van delfstoffen; e. het geven van onderwijs; f. de verzorging van zieken, gebrekkigen of bejaarden. De verordening onroerend-goedbelastingen 1985 bepaalt verder dat de heffingsgrondslag voor de belastingjaren 1985 tot en met 1989 wordt vastgesteld naar de toestand op 1 januari 1984.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 2106