Bijlage nr. 418
Er ontbreekt een afstemming van beleidsinstrumenten bij
kompleksgewijze aanpak.
De woonwinkel heeft op de evaluatie gereageerd. Naar deze reaktie
wordt kortheidshalve verwezen.
Uit de evaluatie en de reactie van de woonwinkel daarop hebben
wij de volgende konklusie getrokken.
Sinds in 1985 - het eerste jaar met deze verordening gewerkt werd
- zijn goede resultaten bereikt. Dit is mede te danken aan de
inzet van de woonwinkel.
Over de aanbevelingen van SOAB en de opmerkingen van de woonwin
kel nog het volgende:
Minimum-investeringsbedrag.
In de verordening wordt een minimaal investeringsnivo van
f 1500,-- als voorwaarde opgenomen, met dien verstande dat
deze voorwaarde niet geldt, indien de subsidie-aanvraag
betrekking heeft op groot-onderhouds voorzieningen.
Subsidiebedrag gaat werkelijke kosten te boven.
Er wordt een bepaling opgenomen, dat de subsidie niet meer
bedraagt dan de werkelijke kosten.
Referentiebestek.
Er is een lijst van maksimaal aanvaardbare kosten opgesteld
die wordt gehanteerd bij het treffen van voorzieningen tot
verbetering van de indeling of het woongerief en bij het
treffen van isolatievoorzieningen. Voor bouwtechnische of
groot onderhoudsvoorzieningen, zal de lijst van maksimaal
aanvaardbare kosten als richtlijn gelden.
80% sloop-regeling.
Er zal een bepaling in de verordening moeten worden
opgenomen, die voorkomt, dat met gebruikmaking van subsidie
voor particuliere woningverbetering feitelijk nieuwbouw kan
plaatsvinden
Financiering niet gesubsidiëerde deel van de verbeterkosten
Er zal een afzonderlijk voorstel met betrekking tot de
garantieregeling aan Uw raad worden voorgelegd.
Vermindering activiteiten, beschikbaar stellen en verdeling
budget
Om de vermindering van de activiteiten, die het gevolg zijn van
de herschikkingen in het meerjarenplan '87-'91 t.o.v. het voor
gaande plan, te kunnen bereiken, is het budget in de jaren 1988
en 1989 - vergeleken met het meerjarenplan 1986-1990 - verlaagd
met f. 500.000,- en gehandhaafd op het niveau van 1986.
Waar het eerst in de bedoeling van ons college lag de subsidiemo
gelijkheden over de gehele linie te verlagen, is na een schrifte
lijke reactie van en overleg met de stichting woonwinkel besloten
ten aanzien van de stadsvernieuwingsgebieden een meer gedifferen-
tiëerde verlaging van de subsidiemogelijkheden voor te stellen.
Voor de niet stadsvernieuwingsgebieden is gekozen voor een verla
ging over de gehele linie.
Ten aanzien van stadsvernieuwingsstimuleringsgebieden wordt voor
gesteld
a. de procentsgewijze subsidiëring voor bouwtechnische voorzie
ningen en groot onderhoud te handhaven op 60%;
b. de procentsgewijze subsidiëring voor woontechnische voorzie
ningen te verlagen van 60 naar 40