7 -
Bijlage nr. 418
2^ PARTIKULIERE WONINGVERBETERING.
In de subsidieverordening stadsvernieuwing is voor de verbetering
van een door de eigenaar bewoonde woning een uitgebreide regeling
opgenomen (artikelen 19 t/m 28).
De beleidsuitgangspunten voor de subsidiëring van partikuliere
woningverbetering zijn de volgende:
een gebiedsgewijze aksentuering, tot uitdrukking gebracht in
de aanwijzing van stadsvernieuwingsstimuleringsgebieden,
waar verhoogde subsidie-tarieven gelden;
- een aksent op bouwtechnische verbeteringen, waarbij er bij
de subsidiëring naar wordt gestreefd de "onrendabele top"
(het verschil tussen de investering en de stijging van de
exekutiewaarde van de woning) af te dekken;
- stimulering van kollektieve c.q. projektmatige aanpak door
extra subsidiemogelijkheden.
Op ons verzoek heeft het Koöperatief Onderzoek- en Adviesbureau
SOAB het onderdeel partikuliere woningverbetering uit de verorde
ning geëvalueerd.*
Dit onderzoek, dat betrekking heeft op het jaar 1985 (en ter
vergelijking daarmee de cijfers van de jaren 1980 t/m 1984), is
onderverdeeld in:
de kwantitatieve gegevens (aantallen verbeteringen, investe
ringsniveaus, subsidies, aard van de verbeteringen en de
effekten in aangewezen stadsvernieuwingsgebieden);
een kwalitatief beeld van de hanteerbaarheid van de verorde
ning;
de relatie van de verordening met andere beleidsaspekten
(aankopen, aanschrijven, gebiedsgewijze benadering, woonwin
kel, financieringsmogelijkheden en overige stadsvernieu-
wingsingrepen
Op de hoofdpunten uit het evaluatie-rapport zullen wij kort
ingaan (a t/m d).
aKwantitatieve gegevens
Hoofdstuk 3 van het evaluatie-rapport geeft inzicht in de kwanti
tatieve gegevens van de partikuliere woningverbetering. De vol
gende konklusies worden getrokken:
de subsidieverordening heeft in 1985 tot een groter aantal
verbeteringen geleid dan in de voorgaande jaren (ter verge
lijking: in 1984: 148 en in 1985: 225);
- het voor 1985 beschikbare budget (f 1.100.000,was per 1
november 1985 op;
- per ingreep is er t.o.v. voorgaande jaren sprake van meer
subsidie, maar ook van een hogere eigen bijdrage;
het aantal bouwtechnische voorzieningen en het aantal in
grijpende verbeteringen is t.o.v. voorgaande jaren sterk
toegenomen
In de aangewezen stadsvernieuwingsgebieden (Binnenstad,
Spoorbuurt, Tuinzigt-OostOud-BoeimeerValkenberg en Zandberg-
West), waar verhoogde subsidie-tarieven gelden, valt een toename
te konstateren t.o.v. de rest van Breda: ruim 50% van de subsi
dies is daar terecht gekomen (tegenover de jaren daarvoor tussen
de 20 en 36%).